Pavel Maria Smejkal 1972 - Vietnam
Pavel Maria Smejkal 1972 - Vietnam
Het gaat niet over “zuivere” fotografie maar om een evolutie die het medium zelf in vraag stelt. 33 fotografen tonen werken die ze niet zelf maakten maar die ze samenstelden uit beelden die ze plukten uit de digitale stroom van beelden die geselecteerd werden uit oneline hulpbronnen zoals Google Images, Google Maps, Google Street View, Facebook, Flickr, eBay en andere virtuele bronnen. Ze maakten een eigen selectie, brachten beelden in reeksen bijeen en geven die op die manier een nieuwe betekenis. Het creatieve proces gebeurt niet meer door het maken van een foto maar veeleer in wat er daarna met die foto gebeurt : het kiezen, manipuleren, verspreiden en lezen van het beeld.

Er worden tegenwoordig honderdduizenden foto’s verspreid via internet en door ontelbare gebruikers ervan, vaak zonder enige gêne, publiek worden gemaakt. Wat de gevolgen zijn is voer voor sociologen. Maar het is helaas bewezen dat misbruiken voor de hand liggen. Denk maar aan de pornosites en de foto’s die door pedofielen op het net worden gezet. Dat échte fotografen zich gaan interesseren voor het verschijnsel is nieuw en zou een ommekeer in de fotografie kunnen betekenen. Voor hen gaat het dus niet meer om zelf foto’s te realiseren maar ze gebruiken beschikbaar materiaal om er nieuwe composities mee te maken. Sinds de geboorte van de digitale fotografie is de manipulatie van beelden gemeengoed geworden. Zelfs iedere geavanceerde amateur bewerkt zijn foto’s via een goed uitgeruste computer en het programma Photoshop. Daarmee is de realiteit opgeheven want wat we zien is niet meer wat de fotograaf met zijn camera waarnam maar een virtuele werkelijkheid. Ze is het product van zijn technische kennis en een situatie die hij voor zichzelf creëerde.

De professionelen gaan anders te werk. Sommigen van hen maken ook gretig gebruik van de Photoshop mogelijkheden. De Tsjech Pavel Maria Smejkal (1957).doet wat in de dictatoriale regimes vaak voorkwam : het wegwerken van ongewenste personen die in ongenade waren gevallen. Hij koos voor foto’s die een iconische waarde hebben gekregen maar waaruit de hoofdpersonages verwijderd werden. Wat overblijft zijn landschappen die, oppervlakkig gezien, alleen maar landschappen zijn. De originele impact is weggeveegd via Photoshop. Maar iedereen die thuis is in de reportagefotografie zal ongetwijfeld de beelden herkennen van de Napalmgirl die naakt wegvluchtte uit de hel van Vietnam. Of de overbekende discutabele foto van Robert Capa, de Fallen Soldier, een republikeinse strijder die, geweer in de lucht, neervalt. In Fatescapes zien we dus geen personen, alleen maar het landschap. De fotograaf wil onderzoeken wat de rol en de beperkingen zijn van het fotografisch beeld als historisch document. Een ander voorbeeld is wat de Deen Hermann Zschiegner(1971) doet met een ander iconische foto, het wereldberoemde portret genomen door Walker Evans van een Amerikaanse boerin in het kader van een opdracht van de Farm Security Administration om het rurale leven in de USA te documenteren. Het portret van Allie Mac Burroughs uit Alabama (1936) dat ontelbare keren werd gereproduceerd, nam Zschiegner als onderwerp. Hij zocht het op via o.m. Google Image Search en fotografeerde deze reproducties opnieuw. De hele reeks van deze portretten vertoont alle gebreken van een computerreproductie. Maar één ervan was een foto uit een boek over Evans. Wat hij wilt laten zien is hoe éénzelfde beeld verscheidene aspecten kan vertonen.

Een belangrijk aspect van deze tentoonstelling is de kwestie van het copyright, het auteurschap, de privacy en de toekomst van de fotografie. Wanneer alle soorten beelden via de sociale media de wereld worden ingeworpen is de privacy soms nog ver te zoeken. De makers ervan zijn zich daarvan duidelijk niet altijd bewust want iedereen kan op het internet zelfs de meest intieme beelden bekijken en er mee aan de haal gaan. Maar ook de fotografie zelf wordt in vraag gesteld. Fred Ritchin publiceerde in 2008 zijn boek After Photography waarin hij duidelijk stelt dat het maken van zowel analoge als digitale beelden nog altijd hardnekkig als fotografie worden benoemd. Zo ontstonden er misverstanden die te maken hebben met het ontkennen dat toepassingen zoals beeldbewerking, beelden delen via het internat, webcams een nieuwe waaier van fotomogelijkheden scheppen. Deze nieuwe toepassingen die voor iedereen toegankelijk zijn geworden vragen om een radicaal andere omgang met beelden. Daarmee is ook het probleem van de authenticiteit van een foto opgedoken. En dat schept een erg complexe relatie met de fotografie an sich. Is het fototoestel, analoog of digitaal, achterhaald en vervangen door computer en een internetverbinding? Wie de vraag stelt kan ze zeker nù nog niet beantwoorden.

Het is dus erg moedig van het FoMu om vrijwel het hele museum vrij te maken voor deze problematiek. Veel fotografen zullen wellicht huiveren bij het zien van de getoonde werken maar blijkbaar is er geen weg terug. De toekomst is begonnen.

Ludo Bekkers 
Tentoonstelling “From here on”, Antwerpen, Museum voor Fotografie van nu tot 30 september.