Vroeg in de lente produceren Sarracenia-planten tweeslachtige bloemen. Dit gebeurt tegelijk of iets eerder dan de ontwikkeling van de vangbekers. Elke bloem groeit afzonderlijk op een lange stengel, hoog boven de vangbekers. Dit is heel belangrijk, zo wordt er zoveel mogelijk voorkomen dat potentiële bestuivers worden gelokt door de bekers en worden gedood.
De bloem
hangt ondersteboven, zodat de parapluvorm het stuifmeel van de meeldraden opvangt.
De kroonbladeren hangen tussen de vijf punten van de stamper, zodat de stempels
buiten de bloem uitsteken, ver van het opgevangen stuifmeel vandaan. Bijen zijn
de belangrijkste bestuivers van Sarracenia. Om bij de nectar te
komen moeten zij langs de stempels. Eenmaal in de bloem komen ze in aanraking
met de stuifmeel op de stamper en aan de meeldraden. Om de bloem te verlaten
tillen ze een kroonblad op en vliegen tussen de stempels door weg. Op deze
manier wordt zelfbestuiving voorkomen. Het verzamelde stuifmeel wordt naar een
volgende bloem gebracht en het proces begint overnieuw.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten