Blyxa novoguineensis of Blyxa aubertii

Familie	Hydrocharitaceae
Hoogte	15-25cm
Lichtbehoefte	normaal
Temperatuur	22-28C
Ph	5,5-6,8

Herkomst: Nieuw Guinea

Deze roodbruine plant is bekend in aquaria als Blyxa novoguineensis, het is echter de vraag of hij echt behoort tot deze soort met vindplaats Papoea-Nieuw-Guinea. Dit is de reden waarom sommigen een "sp."plaatsen.  Foto's en tekeningen van het herbarium blad van het isotype van Blyxa novoguineensis Hartog (Brass Nr 7638) laten duidelijk een andere plant zien met een lange dunne stam en met relatief korte bladeren. Zie volgende tekening.

 Blyxa aubertii

De plant die ik kocht onder de naam "B. novoguineensis" is misschien identiek met B. aubertii beschreven door Christel Kasselmann (Aquariumplanten, blz.: 170, 2010). Bekijk ook volgende tekening.

Hier een tekening van Blyxa aubertii.

Bloempje van de plant aangekocht als B. novoguineensis. maar waarschijnlijk Blyxa aubertii.

Bloem met 3 kelk en 3 kroonbladeren, 3 stampers en 3 meeldraden.

Deze soort heeft zacht, zuur water nodig. Bij te hoge carbonaatwaarden sterft de plant vrij snel af. De plant is zeer gevoelig. Bij aanraken breekt hij gemakkelijk af. Er mogen dus geen al te 'onrustige' en plantenetende vissen bij geplaatst worden, omdat zij anders de tere bladeren beschadigen.
In tegenstelling tot B. japonica, zou Blyxa cf. novoguineensis  zijn roodbruine tint houden, zelfs onder matig licht. 
LINKS:
Klik Hier1
Klik Hier2
Klik Hier3

Madagaskar-grondels

Yongeichthys nebulosus

Gobies komen zowel in zoetwater, brakwater, als in zoutwater voor op Madagaskar.
Redigobius balteatus
Redigobius bikolanus
Yongeichthys nebulosus

Pseudepiplatys annulatus

Familie: Cyprinodontidae
Herkomst: West Afrika
Lengte vd vis: 4 cm
Min.lengte aquarium: 50 cm
Zeer vreedzame killie die uitstekend met andere, klein blijvende soorten in het gezelschapsaquarium kan worden gehouden. Het aquarium kan dicht worden beplant. Wat drijfplanten om het licht te dempen worden op prijs gesteld. Het water moet zacht en licht zuur zijn en moet regelmatig worden ververst.
Als voedsel moet klein levend voer worden gegeven.
De kweek is bij de juiste waterwaardes niet al te moeilijk. Het water moet zacht (1-3 Gh) en zuur (Ph 5-5,5) zijn. De eieren worden dagelijks afgezet tussen fijnbladerige planten. Ze jongen komen na 8-10 dagen uit en kunnen worden groot gebracht met de fijnste infusoriën. De ouderdieren laten de jongen met rust. Grotere jongen kunnen pas uitgekomen jongen echter aanzien als voedsel. Die zullen dus uitgevangen moeten worden. De jongen groeien zeer langzaam.

http://www.aquariumhobby.nl/zoetwater/vissen/Epiplatys-annulatus.html

Inteelt

Wat is inteelt?

Inteelt is het kruisen van verwante dieren. Doordat er dieren gekruist worden die door verwantschap een aantal overeenkomende genen hebben, wordt de diversiteit onder de aanwezige genen kleiner. De dieren worden hierdoor minder sterk, zijn vaak minder mooi, kunnen groeistoornissen krijgen, blijven kleiner, zijn minder vruchtbaar en kunnen vatbaarder zijn voor ziekten. Een bekende aanduiding dat er sprake is van inteelt, is de aanwezigheid van misvormingen zoals een gehoekte ruggegraat of 'knik' in de staart.

Iedereen kent de verhalen over bepaalde dorpen waarvan de gemeenschap langere tijd weinig contact heeft met de buitenwereld, waardoor generaties lang een partner gevonden werd in de eigen, kleine gemeenschap. Na verloop van eeuwen is vrijwel iedereen in die gemeenschap min of meer genetisch verwant. Hierdoor steken bepaalde erfelijke ziekten de kop op, en worden er steeds meer kinderen geboren met een geestelijke of lichamelijke afwijking. Bij rashonden zijn hier ook een aantal bekende voorbeelden van: toen de Golden Retriever een aantal geleden plots een populaire hond was, nam een aantal broodfokkers het niet zo nauw met het voorkomen van inteelt en selectie op bepaalde kenmerken zodat er bloedlijnen ontstonden waarin heupdysplasie en agressie beduidend meer voorkwam. Het 'vuilnisbakkie', een mix van rassen die geen directe verwantschap hebben, wordt niet voor niets gemiddeld 5 jaar ouder dan een rashond!

Zoals bij alle dieren waarmee gefokt wordt, ligt ook bij Tropheus-kweek het gevaar van inteelt op de loer. Hoewel inteelt goed is te voorkomen, zien we maar al te vaak dat er vaak wordt doorgefokt met vissen die uit hetzelfde nest afkomstig zijn. Bij vissen die zeer weinig geïmporteerd worden, zien we dit ook: de genetische basis van de kweek is dan zeer smal, waardoor een soort na korte tijd (enkele generaties) niet meer in 'omloop' is doordat de vissen die in de aquaria rondzwemmen niet meer mooi zijn, slecht kweken en snel ziek zijn: de liefhebber verliest interesse.

Aangezien dezelfde soorten vissen bij meerdere liefhebbers aangetroffen worden, moet het uitwisselen van mannelijke of vrouwelijke vissen toch weinig problemen opleveren. Zo kan bij de aanschaf van een groep nakweek Tropheus het best op meerdere adressen dezelfde soorten aangekocht worden, of kan er geruild worden met de mannelijke exemplaren zodra de groep volwassen is. Dit is ook een reden van de populariteit van wildvangnakweek-exemplaren: in de volksmond heet het dat dat mooiere en betere vissen zouden zijn, maar in het echt is het zo dat deze dieren vrijwel zeker geen inteeltproducten zijn. Wanneer de regels voor goede kweek (lees: het uitwisselen van 'bloed' of het aankopen van 'vers bloed' EN het laten opgroeien van de jongen in de groep) in acht worden genomen, zullen gewone nakweekexemplaren weinig minder mooi zijn dan wildvangnakweekdieren.

Wildvangnakweek wordt ook wel F1 (eerste generatie) genoemd.

De eerste en meest voorkomende vorm van inteelt begint wanneer we ons eerste nestje in het aquarium hebben. Het zijn jongen van onze vissen die we in de winkel kochten. Deze vissen zijn van gelijke grootte in de winkel en het zijn meestal broers en zusters uit hetzelfde nest of dezelfde lijn.

Dus we zitten al aan F2 zonder dat we het beseffen.
Deze vorm is eigenlijk de gevaarlijkste vind ik persoonlijk. Zeker bij levendbarenden worden deze veelal doorverkocht of gegeven waar er terug mee gekweekt wordt en zo maar verder en verder. Tot je uiteindelijk geen vitale jongen meer krijgt met zwakke dieren tot gevolg die vatbaar zijn voor ziektes.
Ik noem dit ongecontroleerde vorm van inteelt die helaas niet tegen te houden is.
Meestal uit teveel inteelt zich door een afname van vitaliteit. Onze vissen kunnen wel wat aan op het gebied van inteelt. Volgens mij kan je best tot F15 gaan zonder veel afneembare vitaliteit te merken.
Waarom zetten we nu geen dier van een andere bloedlijn in? Dit is perfect mogelijk en zal merkbaar zijn aan de vitaliteit van je stam. Voor vissen met lange levensduur is dit makkelijk haalbaar. Bij een levendbarende met kortere levensduur zou je al vele malen moeten nieuw bloed inbrengen. Ook zouden we zeker moeten zijn dat het nieuwe bloed onze stam niet kapot maakt. Of we nu spreken over een wildvang die moeilijk te verkrijgen is of onze eigen ontwikkelde stam. We zitten dus met een probleem.
Dus nu de gecontroleerde inteelt en tevens selectiekweek.

Deze vorm van kweken is mogelijk met alle vissoorten. Bij de ene soort zal het met zwermkweek zijn en bij de andere met een koppel. Dit houd in dat we ons eerste kweekkoppel aanschaffen. De eerste jongen(altijd F1) worden verdeeld over 2 of meerdere kweeklijnen. Dan kweken we verder tot F7 zonder dat de 2lijnen ook maar 1 keer in contact komen. Dus op dit moment hebben we identieke koppels over 2 lijnen die 7 generaties apart zijn opgekweekt. Dus het uitzicht is identiek maar toch hebben we ander bloed om in te kruisen. Dus we kunnen oneindig doorkweken zonder vitaliteit te verliezen en hebben tevens een manier waardoor onze stam perfect blijft en we nooit vers bloed van buitenaf moeten inbrengen. Bijkomend voordeel is dat we een beter kweekdoel kunnen bereiken.
Schrikkende vissen kunnen we uit onze kweek halen. Slechte eigenschappen als canibalisme, zwakke vissen en andere slechte kwaliteiten werken we weg. Dus na vele kweekjes en volharding krijgen we een steeds gezonde nakweek met een gelijk uitzicht.
Natuurlijk gaat een kweker van levendbarenden er sneller mee te maken hebben dan een Discuskweker. Maar het principe blijft hetzelfde.
Voor velen zal het dus een normale zaak zijn en voor anderen zal het een andere kijk geven op het kweken van vissen.

Forum: http://www.aquaforum.nl/index.html

Links:

http://nl.wikipedia.org/wiki/Inteelt

http://www.aquatropica.be/aquatropica/articles/algemeen/inteelt.htm

http://www.cichlidenkwekers.nl/wetenswaardig/genetische-diversiteit-immuunsysteem-en-inteelt/

http://leo-aquarium.blogspot.com/2007_07_01_archive.html

Microctenopoma (Afrika)

Familie : Anabantidae
Herkomst : Zaïre
Lengte vd vis : 8 cm
Min.lengte aquarium : 80 cm

Redelijk vreedzame vis. Alleen ten opzichte van zeer kleine vissen enigszins roofzuchtig. Het aquarium kan voorzien worden van rand- en achtergrondbeplanting voor schuilplaatsen met in het midden vrije zwemruimte. De aanwezigheid van drijfplanten wordt zeer op prijs gesteld. Ook kunnen wortels en kienhout worden gebruikt. Hij kan worden gehouden in het gezelschap van andere vreedzame soorten en wat bodemvissen (Corydoras).
Als voedsel moet krachtig levend voer worden gegeven. Droogvoer wordt af en toe ook wel geaccepteerd.

De kweek is redelijk eenvoudig. In een dicht beplant aquarium wordt een klein schuimnest gemaakt. Tot 600 eieren worden er in onder gebracht. Na 1 dag komen de jongen uit en 2-3 dagen later zwemmen ze vrij. De jongen zijn extreem klein en moeten de eerste week gevoerd worden met het kleinste infuus. Na een week kan er worden over gegaan op Artemia-naupliën.

Microctenopoma ansorgii

http://aquavisie.retry.org/Database/Vissen/Microctenopoma_ansorgii.html

Microctenopoma fasciolatum

http://fishbase.mnhn.fr/Summary/SpeciesSummary.php?id=10038&lang=Dutch

http://www.nlbif.nl/search_results.php?search=iol&category=species+names&sort=3&hits_per_page=100&start=3100&language=NL

Bosmina longirostris (Bosmiden)

Hugo ik denk dat we die ook in onze netten hebben gehad, de laatste keren dat we geweest zijn. Hier spreken ze van de nazomer, dus zal wel niet altijd zo zijn zeker?

Bosmina longirostris (Bosmiden Duitse benaming)
De Bosmina longirostris is een onderdeel van het zoöplankton. Hij heeft een grootte van 250-700 micron. Ze hebben echter niet de hoge voedingswaarde, zoals Cyclops. Ze leven voornamelijk in kleine vijvers en meren. Hun grootste bevolkingsdichtheid is in de late zomer.(?)

'Bosmiden' zijn in de handel bijna uitsluitend als diepvriesvoedsel beschikbaar.

In vijvers, ze zijn vaak de bijvangst, als de maaswijdte van het net nauw genoeg is, maar zijn meestal niet als zodanig gekend of worden ten onrechte aanzien als jonge daphnia.

Een verwante, maar niet zo frequent is Bosmina longispina.

http://www.firstfish.de/cms/front_content.php?idcat=57&idart=142

Het beste is natuurlijk om zo afwisselend mogelijk te voeren: 3 of 4 verschillende soorten voer op een week is zeker niet overbodig. Daarnaast is het zo, dat niet alle voer dezelfde voedingsstoffen bevat. Hieronder vindt u een overzicht met de verschillende soorten voer, inclusief de voedingswaarde:

Artemia Water : 21 % Proteïnen : 63 % Vet : 7 % Vitaminen : A-C Ballaststoffen : Ja Waardigheid : HOOG
Bosmiden Water : 95 % Proteïnen : 2,5 % Vet : <1%>
Cyclops Water : 83 % Proteïnen : 9 % Vet : 3 % Vitaminen : A-B2 Ballaststoffen - Nee Waardigheid : GEMIDDELD
Daphnia Water : 95 % Proteïnen : 2,5 % Vet : <1%>
Enchytreeën Water : 75 % Proteïnen : 15 % Vet : 10 % Vitaminen : ? Ballaststoffen : Nee Waardigheid : HOOG
Krill Water :79 % Proteïnen : 16 % Vet : 2,2 % Vitaminen : A-C Ballaststoffen :Ja Waardigheid : HOOG
Mosselen Water : 71 % Proteïnen : 14,5 % Vet : 2,2 % Vitaminen : B12 Ballaststoffen : Nee Waardigheid : HOOG
Muggenlarven Rode Water : 87 % Proteïnen : 6,7 % Vet : 1,5 % Vitaminen : A Ballaststoffen : Ja Waardigheid : LAAG
Muggenlarven Witte Water : 89 % Proteïnen : 4 % Vet : <1%>
Muggenlarven Zwarte Water : 82 % Proteïnen : 10 % Vet : 4 % Vitaminen : A-D Ballaststoffen :Ja Waardigheid : HOOG
Mysis Water : 80 % Proteïnen : 13 % Vet : 1 % Vitaminen : B1 Ballaststoffen : Ja Waardigheid : HOOG
Regenworm Water : 79 % Proteïnen : 12 % Vet : 2,5 % Vitaminen : ? Ballaststoffen : Ja Waardigheid : HOOG
Runderhart Water : 11 % Proteïnen : 70 % Vet : ca. 20 % Vitaminen : B-P Ballaststoffen : Nee Waardigheid : GEMIDDELD
Spirulina Water : 5 % Proteïnen : 60 % Vet : 11 % Vitaminen : C-B3-H Ballaststoffen : - Waardigheid : HOOG
Tubifex Water : 84 % Proteïnen : 8,4 % Vet : 2,5 % Vitaminen : ? Ballaststoffen : Nee Waardigheid : LAAG
Vlokkreeftjes Water : 86 % Proteïnen : 7 % Vet : 1 % Vitaminen : A Ballaststoffen : Ja Waardigheid : GEMIDDELD
Watervlo Water : 95 % Proteïnen : 2,5 % Vet : <1%>
Zijde Rups Water : 6 % Proteïnen : 44 % Vet : 9 % Vitaminen : A-B2 Ballaststoffen : Ja Waardigheid : HOOG
Bron: http://www.discusvisdeijssel.nl/voedingswaarde.htm

Channa bleheri

Channa bleheri
Familie : Channidae
Herkomst : India
Lengte vd vis : 20 cm
Min. lengte aquarium : 180 cm
Deze vis is tamelijk agressief ten opzichte van soortgenoten als het aquarium waar ze in gehouden worden te klein is of niet voorzien van voldoende schuilgelegenheden. Hij kan dan ook het beste paarsgewijs worden gehouden. Het aquarium moet worden beplant en verder ingericht met kienhout en wortels. Het is aan te raden om gedurende een drietal maanden een koelere periode in te lassen, daar dit aansluit bij de omstandigheden van hun natuurlijke omgeving. Na deze periode begint dan de broed periode. Ze kunnen niet samen gehouden worden met vissen die veel kleiner zijn aangezien die als voedsel worden gezien.
Het zijn alleseters. Ze moeten dus afwisselend worden gevoerd met levend, diepvries- en droogvoer.
De kweek is mogelijk. Het beste is om een aantal jonge dieren te nemen, waarna de paarvorming plaats vindt. Na een koele periode worden enkele honderden eieren afgezet en bevrucht. Ze worden aan het wateroppervlak bij elkaar gehouden. Beide ouders beoefenen de broedzorg geruime tijd. Na 30 uur komen de eieren uit en na 5 dagen kan men met het voeren van Artemia-naupliën beginnen.