Posts tonen met het label wetenschap. Alle posts tonen
Posts tonen met het label wetenschap. Alle posts tonen

6 september 2018

VUB-biologen ontrafelen de oorsprong van een seksferomoon van een watersalamander


Veel organismen in het dierenrijk kunnen bepaalde geurstoffen aanmaken, feromonen genaamd, om hun partner te verleiden. Maar het is dikwijls nog onduidelijk waarom bepaalde geurstoffen zo aantrekkelijk worden, en waarom en hoe dat in de evolutie kan ontstaan. Biologen van de Vrije Universiteit Brussel hebben nu in een nieuwe studie aangetoond welke veranderingen in het DNA de verleidings- of seksferomonen van de mannetjes van watersalamanders onweerstaanbaar gemaakt hebben bij de vrouwtjes in de loop van de evolutie.

Een geur die onweerstaanbaar maakt… het houdt mensen zodanig bezig dat de parfumindustrie zonder enig probleem een miljardenbusiness is geworden. Nochtans is het bestaan van seksferomonen, lichaamseigen geurstoffen die iemand voor een partner onweerstaanbaar, of toch minstens aantrekkelijker maken, bij mensen nog altijd niet bewezen.
Bij dieren daarentegen is het absoluut zeker dat er soorten bestaan die over zo’n geheim wapen beschikken, onder meer watersalamanders.

Watersalamanders hebben een, in onze ogen, vreemde manier van voortplanten. Er komt geen fysiek contact tussen de partners aan te pas: de mannetjes deponeren na de balts, een soort dansje, via hun cloaca een spermatofoor, een zaadpakketje, op een blad of een ander oppervlak. Als de vrouwtjes dat willen, nemen ze het pakketje op in hun cloaca, zodat de eitjes bevrucht kunnen worden.
De mannetjes van de salamanders zijn door het ontbreken van lichamelijk contact dus eerder beperkt in hun verleidingstechnieken en ze maken dan ook kwistig gebruik van seksferomonen wanneer ze een vrouwtje aantreffen in een waterpoel tijdens het paarseizoen.
Om het vrouwtje voor zich te winnen, produceren ze een "verleidingscocktail", een mengeling van wateroplosbare eiwitten die ze al wapperend met hun staart naar de neus van het vrouwtje sturen. Het vrouwtje vindt die geuren zo aantrekkelijk dat ze het mannetje bijna blindelings gaat volgen
Spermatoforen van een molsalamander (Foto: Placeuvm/Wikimedia Commons/CC BY-SA 2.0).

Nieuw feromoon
Onderzoekers van het Amphibian Evolution Lab van de Vrije Universiteit Brussel hebben nu een nieuw feromoon ontdekt, en tevens onderzocht hoe dat feromoon ontstaan is.
“We wilden weten hoe een molecule kan ontstaan die plots een aantrekkingskracht heeft, terwijl de voorouders van die dieren nog geen gebruik maakten van die molecule”, zegt Margo Maex, die haar doctoraat gewijd heeft aan dit onderzoek, in een persmededeling.
De onderzoekers ontdekten in 2015 al dat de voorouders van salamanders waarschijnlijk reeds 300 miljoen jaar geleden feromonen gebruikten als verleidingsmiddel tijdens de voortplanting.
In een artikel in het toonaangevend vakblad Current Biology identificeren Maex en haar collega’s nu een extra reeks eiwitten die bij de voorouders van salamanders nog geen feromonen waren, maar pas later in de evolutie onderdeel zijn geworden van de verleidingscocktail.

“Aangezien de eiwitmengeling al miljoenen jaren lang op efficiënte wijze vrouwtjes inpalmt, vonden we het verwonderlijk dat er bij sommige soorten toch nog extra moleculen werden toegevoegd aan dit recept”, zei professor Ines Van Bocxlaer, één van de promotoren van het doctoraat.

Evolutie staat nooit stil
Hoewel de term "evolutie" vaak geassocieerd wordt met het ontstaan van nieuwe soorten, evolueren genen in het erfelijk materiaal, het DNA, evenzeer. Door DNA van verschillende salamanders te vergelijken, ontdekten de wetenschappers dat een specifiek gen met een functie in interne organen van salamanders, de basis vormde voor de recent ontdekte feromonen.
Een verdubbeling van dit ene gen, iets wat vrij vaak voorkomt, gaf evolutie vrij spel: de ene kopie kon haar oorspronkelijke functie behouden, terwijl de andere kopie veranderingen kon ondergaan en een nieuwe functie kon aannemen.
Het gekopieerde gen kwam uiteindelijk tot uitdrukking in de feromoon-producerende klieren van salamandermannetjes, waardoor het product van het gen, een eiwit, samen met de miljoenen jaren oude feromooncocktail in de onderwaterwereld werd geloosd. Zo werd een eiwit dat een bepaalde functie had in interne organen, plots betrokken in een geheel nieuw proces, namelijk het verleiden van de partner.

De combinatie is onweerstaanbaar
Maar volgens Maex en haar collega’s maakt niet om het even welke molecule die samen met de feromoonmengeling uitgescheiden wordt, een even grote kans om een seksferomoon te worden.
“Het net ontdekte feromoon maakte initieel deel uit van een groter eiwit, maar enkel het stukje dat bijzonder stabiel en compact bleek te zijn, heeft het tot feromoon gemaakt. Een salamander-seksferomoon moet dan ook tegen een stootje kunnen, aangezien het terechtkomt in poelwater, een cocktail van andere moleculen”, zo zei professor Franky Bossuyt, de promotor van het doctoraat, in de persmededeling.
Bovendien bleek uit gedragstesten dat de nieuwe component een meerwaarde leverde aan de oorspronkelijke mengeling. Om dit te onderzoeken, voerden de wetenschappers gedragstesten uit waarin telkens twee vrouwtjes werden blootgesteld aan verschillende feromooncomponenten afzonderlijk. Als de vrouwtjes interesse tonen, kan men besluiten dat de feromooncomponent functioneel is op zich.
Uit hun gedragstesten bleek dat, ongeacht de concentratie, de respons van vrouwtjes veel groter was als de net ontdekte feromonen gecombineerd werden met één van de reeds gekende componenten. De twee componenten blijken tegengestelde ladingen te dragen waardoor ze elkaar aantrekken in oplossing. De onderzoekers vermoeden dat de moleculen zich op deze manier clusteren en als een geconcentreerde, onweerstaanbare geurwolk het vrouwtje bereiken.


5 oktober 2015

lopende vis, een nieuwe diersoort ontdekt.

De dwergslangenkopvis kan tot vier dagen op land overleven. © WNF.
In het oostelijke gedeelte van de Himalaya zijn tussen 2009 en 2014 tweehonderd nieuwe planten- en diersoorten ontdekt. Het gaat onder meer om een 'lopende vis' en een adder die eruit ziet als een prachtig bewerkt sieraad. Dat staat in een nieuw rapport van het Wereld Natuur Fonds.

De afgelopen zes jaar hebben wetenschappers 133 nieuwe plantensoorten, 26 vissoorten, 10 amfibieën, een reptiel, een vogelsoort en een zoogdier beschreven.

Dwerslangenkopvis
Een andere opmerkelijke verschijning werd gespot in West-Bengalen in India. Daar dook de dwergslangenkopvis op. Dit roofdier kan lucht opnemen buiten water en kan tot vier dagen op land overleven.
Himalaya bedreigd
Met het rapport wil WNF duidelijk maken dat de Himalaya onder druk staat. De oostelijke Himalaya, dat onder meer Nepal, Bhutan, India en Tibet bestrijkt, is met enorme bergmassieven, grote rivieren en tropische zones een van de rijkste natuurgebieden ter wereld. 

"In de afgelopen zes jaar zijn hier gemiddeld 34 nieuwe soorten per jaar ontdekt. Dat we in de 21ste eeuw zelfs nog een nieuwe apensoort vinden, bewijst hoe uniek dit gebied is. Het moet goed beschermd worden voordat het te laat is", aldus Gert Polet van het WNF.

7 augustus 2015

Kikkers met gifstekeltjes ontdekt in Brazilië

Wetenschappers hebben twee opvallende giftige kikkersoorten ontdekt in Brazilië.
De kikkers hebben minuscule stekeltjes op hun bovenlippen waarmee ze gif in de bloedbaan van hun aanvallers kunnen injecteren. Het zijn tot nu toe de enige bekende kikkersoorten die actief kunnen doden met gif. Dat melden Braziliaanse en Amerikaanse onderzoekers in het wetenschappelijk tijdschrift Current Biology.

Pijn

De biologen stuitten op de bijzondere dieren tijdens een expeditie in de Caatinga, een steppeachtig gebied in het noordoosten van Brazilië.
Onderzoeker Carlos Jared werd tijdens het vangen van een kikker aangevallen door het dier en merkte dat er gif in zijn arm was beland.
Zijn collega Edmund Brodie van Utah State University zag het gebeuren. "Carlos werd gestoken, terwijl hij de kikker probeerde te pakken", verklaart hij op nieuwssite New Scientist. "Hij kreeg last van een intense pijn die vijf uur aanhield."

Krachtig

Bij een volgende expeditie in het Atlantisch regenwoud vingen de wetenschappers opnieuw enkele kikkers met giftige stekeltjes op hun kop, maar nu van een andere soort. Deze keer werd geen van beide biologen gestoken. Dat bleek later maar goed ook.
In hun laboratorium voerden de biologen verschillende onderzoeken uit met beide gestekelde kikkersoorten. Ze ontleedden de dieren en testten hoe krachtig hun gif was.

Muizen

Het gif van de eerste kikkersoort, genaamd Corythomantis greeningi, bleek relatief mild te zijn.
Corythomantis greeningi
Het tweede dier, genaamd Aparasphenodon brunoiwas juist extreem giftig, zo wees het onderzoek uit. Eén gram van het gif dat het dier via zijn stekeltjes uitscheidt, is genoeg om 80 mensen of 300.000 muizen te doden.

Aparasphenodon brunoi
Verder bleek uit het onderzoek dat de kikkers een bijzonder flexibele kop hebben. Daardoor zijn ze waarschijnlijk in staat om aanvallers gemakkelijker te steken met hun gifstekels.
A close-up image shows sharp spines protruding from the skull of the venomous frog, C. greeningi.
A close-up image shows sharp spines protruding from the skull of the venomous frog, C. greeningi.
Credit: Carlos Jared, Butantan Institute, Brazil.

4 juni 2015

Zeven tot nog toe onbekende kikkersoorten ontdekt.

Onderzoekers hebben in het Braziliaanse regenwoud zeven tot nog toe onbekende kikkersoorten ontdekt. Ze behoren allemaal tot het geslacht 'Brachycephalus', zijn felgekleurd en zeer klein. Sommige soorten worden maar zo'n één centimeter lang. Daarmee zijn ze onder de kleinste gewervelde dieren op aarde. Nog een bijzonderheid van de kikkers: in hun huid zit het dodelijke zenuwgif tetrodotoxine.
De onderzoekers onder leiding van Marcio Roberto Pie van de universiteit van Paraná in Curitiba stootten op de nieuwe soorten in het regenwoud in het zuiden van Brazilië. De soorten zijn 'endemisch', wat betekent dat ze uitsluitend in een specifieke regio te vinden zijn, of zelfs maar op één enkele berghelling. Vermoed wordt dat in het regenwoud daar nog meer onbekende kikkersoorten leven.

Het geslacht 'Brachycephalus' werd in 1842 voor het eerst vermeld door de Duitse natuurwetenschapper Johann Baptist von Spix. Meer dan de helft van de meer dan 20 erkende soorten werd pas in de voorbije vijftien jaar beschreven. Aan de meest recente vondsten ging vijf jaar veldwerk vooraf. De vorsers moesten zich soms een weg banen in nauwelijks doordringbaar gebied.

Klimaatverandering


De hoop is nog nieuwe soorten aan te treffen. Maar tegelijk is er bezorgdheid over de minikikkers en hun biotoop. De nevelwouden reageren namelijk zeer gevoelig op klimaatverandering, waardoor ook de kikkers gevaar lopen. "De instandhouding op lange termijn van deze soorten omvat mogelijk niet alleen de bescherming van hun biotoop, maar misschien ook meer rechstreekse inspanningen zoals hen in gevangenschap kweken", aldus de wetenschappers.

3 juni 2015

Schimmelziekte vastgesteld bij salamander in Vlaanderen

Foto: Hendrik Moeremans
Begin mei is voor het eerst in Vlaanderen een gevaarlijke schimmel aangetroffen bij twee alpenwatersalamanders. De schimmel is niet gevaarlijk voor mensen, maar kan wel de salamanderpopulatie bedreigen. Dat meldt het Agentschap Natuur & Bos.
De schimmel was al vastgesteld bij vuursalamanders in Wallonië. Ook in Nederland is de schimmel een probleem en leidde ze ertoe dat de populatie vuursalamanders bijna volledig verdween. Wat het effect zal zijn op de alpenwatersalamander is nog niet helemaal duidelijk.
Kalmar Gabor/wikimedia
Er zijn twee schimmels die op dit moment ernstige infectieziektes veroorzaken bij amfibieën: de schimmel Batrachochytrium dendrobatidis (Bd) en de schimmel B. salamandrivorans (Bs). De eerste schimmel (Bd) is eind jaren 90 voor het eerst beschreven en infecteert nu al wereldwijd meer dan 440 soorten amfibieën. Deskundigen, waaronder het IUCN, noemen het de "ergste infectieziekte die gewervelden ooit heeft getroffen en een grote bedreiging voor de biodiversiteit".
In Noord-, Centraal- en Zuid-Amerika en in Australië heeft Bd geleid tot een groot verlies aan biodiversiteit, waarbij tientallen soorten amfibieën zijn uitgestorven. Tot nog toe bleef het grootste deel van Europa, inclusief België en Nederland, hiervan gespaard. De schimmel vormt wel geen gevaar voor de mens.
In 2013 ontdekte men nog een andere schimmel (Bs) die voornamelijk bij salamanders wordt teruggevonden. Deze agressieve schimmel heeft in 2013 de Nederlandse populatie vuursalamanders nagenoeg volledig laten uitsterven. Bs werd in België voor het eerst ontdekt in december 2013 bij vuursalamanders in Eupen, en vervolgens opnieuw in april 2014 bij vuursalamanders in Robertville en in april 2015 bij de vuursalamanders in Luik.
Begin mei werd deze schimmel voor het eerst in Vlaanderen aangetroffen bij 2 alpenwatersalamanders in Duffel. Verder onderzoek op 43 andere salamanders van dezelfde poel leverde geen nieuwe sporen van de schimmel op. Desalniettemin is een verhoging van het waakzaamheidsniveau aangewezen. Deze gegevens wijzen immers op een verdere verspreiding van deze schimmel in ons land.
In opdracht van minister van Omgeving Joke Schauvliege (CD&V) verspreidde het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) begin 2014 een bioveiligheidsinstructie voor terreinbeheerders om verspreiding van de schimmel te voorkomen. In december 2014 werd in samenwerking met de universiteit Gent, de vakgroep Diergeneeskunde ook een monitoringscampagne opgestart om de verspreiding van de schimmel in kaart te brengen. Het agentschap zal nu bekijken of er nog bijkomende acties aangewezen zijn.

12 maart 2015

"Duizend nieuwe zeevissoorten ontdekt"

De voorbije acht jaar werden meer dan duizend nieuwe zeevissoorten ontdekt, waaronder 122 haaien en roggen. In een bijna afgewerkte wereldlijst staan ondertussen 228.450 gekende zeedier- en plantensoorten, 190.450 andere bekende "soorten" bleken oneigenlijke synoniemen, meldt het World Register of Marine Species (WoRMS).

Het WoRMS, dat beheerd wordt door het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ), is een samenwerkingsverband tussen tweehonderd wetenschappers om alle bestaande taxonomische kennis rond het zeeleven samen te brengen. Behalve de meer dan duizend nieuwe zeevissoorten van de afgelopen acht jaar, waaronder 122 haaien en roggen, werden ook 131 grondels en een nieuwe barracuda ontdekt. 
Antikankerstoffen 
Bovendien werden in 2014 alleen al 1.451 nieuwe zeeorganismen toegevoegd aan de databank, waaronder twee dolfijnen (bultrugdolfijn uit Australië en langsnuitrivierdolfijn uit Brazilië) en 139 sponzen. Die zijn economisch zeer belangrijk. "Uit eerder ontdekte sponzen werden diverse waardevolle kankerbestrijdingsstoffen geïsoleerd", zegt WoRMS-vicevoorzitter Jan Mees, tevens voorzitter van de European Marine Board en directeur van het VLIZ. "Studies voorzien dan ook dat meer dan tweehonderd antikankerstoffen uit nieuw zeeleven de klinische testen zullen doorstaan, het gaat om geneesmiddelen met een geschatte waarde van minstens 420 miljard euro."

Een mijt genoemd naar Jennifer Lopez
Afgelopen jaar werd in Chili ook nog een nieuw soort parasiet ontdekt in de King Krab, naast een giftige reuzenkwal zonder tentakels in Australië, een soort mijt in de kustwateren van Puerto Rico die naar zangeres- en actrice Jennifer Lopez werd vernoemd, een Zuid-Afrikaanse garnaal met naar boven gerichte ogen en voor het eerst in zestig jaar werd nog een nieuwe hoefijzerworm beschreven. 

Er werd de afgelopen jaren ook onderzoek gedaan naar overbodige dubbelnamen, waardoor het aantal bekende zeesoorten uitgezuiverd werd van 419.000 tot 228.450. Het gaat om 195.000 zeedieren, waaronder 18.000 sinds het jaar 1750 ontdekte vissensoorten, ruim 1.800 zeesterren, 816 pijlinktvissen, 93 walvisachtigen en 8.900 schelpdiersoorten. Daarnaast zijn ook wieren en andere planten, bacteriën, virussen, schimmels en eencelligen vertegenwoordigd. 
Volledig

"Hoewel er nog enkele kleinere hiaten zijn, beschouwen we het register vandaag als min of meer volledig, toch voor wat de in de wetenschappelijke literatuur beschreven organismen betreft", zegt Mees. "Het spreekt voor zich dat we het register ook blijven updaten met nieuw beschreven soorten, herzieningen van de taxonomie doorvoeren en over het hoofd geziene soorten toevoegen." Dr. Mees merkt in dat kader op dat er nog een geschatte 10.000 of meer nieuwe soorten in recipiënten wachten op beschrijving en dus erkenning. Bovendien is momenteel naar schatting slechts 10 tot 11 procent van het leven in zeeën beschreven. 
"Helaas vrezen we dat veel soorten vrijwel zeker al verdwenen zullen zijn, door veranderende omstandigheden op zee zoals opwarming, vervuiling en verzuring, nog voor we een kans hebben gekregen om ze te ontdekken." Door DNA-identificatie en andere technologieën raakt het proces van taxonomische beschrijving wel in een stroomversnelling.
Nog meer lezen? KLIK HIER

17 januari 2015

Wandelende tak ontdekt die een "eierdoos" maakt

Belgische onderzoekers hebben in Vietnam een wandelende tak ontdekt die een eipakket maakt. Die strategie is nooit eerder geobserveerd bij wandelende takken, normaal leggen ze individuele eitjes die op plantenzaden lijken. De "eierdoos" maakt de eitjes minder kwetsbaar voor parasieten, roofdieren en uitdroging.

Wandelende takken en wandelende bladeren (Phasmatodea) zijn meesters in camouflage, die door natuurlijke selectie sterk op bladeren, twijgen en boomschors zijn gaan lijken, al vroeg in de evolutie van de insectengroep. Ook hun eitjes, met een harde schil, zijn "vermomd", ze lijken sterk op plantenzaden. Sommige vrouwtjes droppen hun eitjes in aarde of in spleten, lijmen ze op een ondergrond of prikken ze op een blad.
Twee biologen van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen hebben voor het eerst een wandelende tak ontdekt die een andere strategie volgt: het vrouwtje produceert een zogenoemde oötheek, (wetenschappelijkoötheca), is een eicapsule van bepaalde insecten. De term oötheek betekent letterlijk vertaald eierkast.  een zachte "eierdoos", waarin – mooi geordend – een dertigtal eitjes zitten.
Het is voor het eerst dat dit geobserveerd is bij wandelende takken en het is een onverwachte evolutionaire vernieuwing in de voortplanting van de soort. Soortgelijke ei capsules komen wel vaak voor bij onder meer krekels, bidsprinkhanen en kakkerlakken.

Parasieten

"Door een oötheek is er minder kans dat parasiterende goudwespen toeslaan en hun eitjes in die van wandelende takken prikken, wat normaal bij 40 tot 80 procent van de eitjes het geval is", zegt Jérôme Constant, een van de twee entomologen, - een deskundige op het gebied van insecten. "En de eierdoos beschermt ook beter tegen uitdroging. Bovendien verwarren vogels ze minder snel met zaden."

(KBIN)
Constant en zijn collega Joachim Bresseel vonden de soort – die nog niet officieel wetenschappelijk beschreven is maar tot de Korinninae-familie behoort – tijdens een expeditie in Vietnam in 2013.
Ze hebben hun bevindingen gepubliceerd in Nature Scientific Reports, in samenwerking met Duitse en Zwitserse biologen.
Constant en Bresseel beschreven eind 2014 al het op een na grootste insect ter wereld, de wandelende tak Phryganistria heusii yentuensis, ook uit Vietnam.

6 januari 2015

Indonesische kikker blijkt geen eitjes te leggen


Amerikaanse wetenschappers hebben ontdekt dat een zeldzame kikker in het regenwoud van Indonesië geen eitjes legt, maar levende kikkervisjes op de wereld zet.
Dat melden de onderzoekers van de Universiteit van Californië in het wetenschappelijk tijdschrift PLOS One.
Het gaat om vrouwelijke kikkers van de soort Limnonectes larvaepartus. Het is vooralsnog de enige bekende kikkersoort die zich op deze manier voortplant.
Bioloog Jimmy McGuire ontdekte het afwijkende geboortemechanisme bij de kikkers min of meer toevallig. Tijdens een tocht met enkele collega's in het regenwoud op het Indonesische eiland Sulawesi pakte hij een kikker op om het lichaam van het dier te inspecteren.
Hij dacht dat hij een mannetje in zijn hand had, maar even later lagen er behalve de kikker ook enkele kikkervisjes in zijn handen.

Shockerend

"Het was best shockerend", verklaart McGuire in Newsweek. "Ik moest denken aan de scene in de film Alien, waarbij er een monster uit de maag van een man komt. We hadden totaal niet verwacht dat de kikkervisjes uit het lichaam van de kikker zouden komen."  
Normaal gesproken worden kikkervisjes buiten het lichaam van hun moeder geboren. Het mannetje ejaculeert spermacellen in het water en het vrouwtje loost eicellen, die pas in het water worden bevrucht met het zaad.
Op die manier wordt kikkerdril gevormd, waaruit uiteindelijk kikkervisjes ontstaan.  

Uniek

"Deze kikker is slechts één van de twaalf soorten waarbij de bevruchting in het lichaam plaatsvindt", aldus McGuire op BBC News. "Van die soorten is Limnonectes larvaepartus de enige die kikkervisjes op de wereld zet. "De andere soorten leggen eitjes die bevrucht zijn."
Het is nog een mysterie hoe de bevruchting bij de kikkersoort Limnonectes larvaepartus precies in zijn werk gaat, aangezien kikkers geen duidelijk herkenbare geslachtsorganen hebben.

Noot van Swa:
Moest direct aan deze kikker denken:  Darwins bekbroeder heb die ooit gezien in een winkel op de Turnhoutse baan te Antwerpen in de jaren '80 'Fantasia'  van de Roger. Prachtig natuurlijk, maar om te houden? Niet simpel denk ik, heb ze daarna nooit meer gezien.

19 december 2014

Wetenschappers hebben de diepst levende vis ter wereld ontdekt in de Stille Oceaan.

Het gaat vermoedelijk om een slakdolf, een kleine straalvinnige vis. Het dier werd gefilmd op 8143 meter diepte in de Marianentrog, een kloof die wordt beschouwd als de diepste plek in de oceanen.
De diepzeevis heeft een spookachtige, doorzichtige huid en brede vleugelachtige vinnen.
Dat melden onderzoekers van het Schmidt Ocean Institute.

Verkenners

De vis werd ontdekt tijdens een expeditie waarbij onbemande verkenners negentig keer afdaalden in de Marianentrog naar dieptes tussen de 5000 en 10.600 meter.
De voertuigen maakten meer dan 100 uur aan filmbeelden in de diepzee. Toen de wetenschappers een vis ontdekten op meer dan 8000 meter diepte, was hun interesse onmiddellijk gewekt.
Het record van de diepst levende vis stond voor de expeditie op naam van een slakdolf die is waargenomen in de Japantrog in de Grote Oceaan op een diepte van ruim 7700 meter.

Snuit

De vis in de Marianentrog behoort waarschijnlijk ook tot de slakdolven. "Maar het dier ziet er zo gek uit, dat we het niet helemaal zeker weten", verklaart hoofdonderzoeker Alan Jamieson op BBC News. "De snuit van de vis lijkt wel een hondensnuit zoals je die ziet in tekenfilms."
Verder heeft het dier opvallende slappe aanhangsels. "Als de vis zwemt, lijkt het alsof er papieren zakdoekjes achter zijn lichaam aan drijven", aldus Jamieson. 

Maximaal

Meer onderzoek moet uitwijzen of de slakdolf door zijn vreemde uiterlijk kan overleven op grotere dieptes dan aanverwante soorten.  
Eerder dit jaar berekenden onderzoekers van de Universiteit van Aberdeen dat de maximale diepte waarop vissen kunnen leven waarschijnlijk rond de 8200 meter ligt.