Tekst en foto's:
Swa Vleminckx, Betta Buggenhout.
"Daisy's Ricefish" Oryzias woworae. Parenti & Hadiaty, 2010
Deze soort die onlangs is ontdekt op een klein eiland Muna Island voor de zuidoostelijke kust van het eiland
Sulawesi, Indonesië. Oryzias woworae is in 2010 beschreven
en vernoemd naar haar ontdekker Dr.
Daisy Wowor. Het is ook hun algemene naam
in het Engels "Daisy's Ricefish ".
Rijstvissen
leven in zoet en brak water van India tot Japan en in de Indo-Australische Archipel , met name Sulawesi . De
gemeenschappelijke naam van de groep is afgeleid van het feit dat veel soorten
zijn te vinden in de Japanse rijstvelden . Ongeveer 29 soorten, waarvan sommige
zeer zeldzaam en bedreigd, en sommigen al uitgestorven
zijn.
Het eiland Muna of Moena (Indonesisch: Pulau Muna) bevindt zich in de Bandazee, De grootste stad van het
eiland is Raha. Het eiland is ongeveer 100 km
lang en 50 km breed en heeft een
oppervlakte van 2.911 km ². Het
heeft een heuvelachtige, beboste oppervlakte, oplopend tot 445 m.
De rode
ster geeft de plaats aan waar Oryzias
woworae voor het eerst is gevonden door Dr. Daisy Wowor.
Deze nieuwe soort onderscheidt zich van alle
andere bekende rijstvisjes door hun opmerkelijke kleurpatroon van beide
geslachten. De staalblauwe kleur is wel het meest prominent bij
volwassen mannen aanwezig, en
een roodachtige vlek op de keel en borst. Ze hebben ook rode markeringen op de
borstvinnen en staartvinnen. Het zijn kleine (2,5 à 3 cm) vreedzame en levendige scholenvissen die met minimaal
8 stuks gehouden moeten worden. Het geslachtsonderscheid is niet altijd even
duidelijk bij jonge visjes. Later kan men met meer zekerheid het geslacht vast
stellen. Mannetjes hebben fellere kleuren en een forse borst. Ook een
belangrijk geslachtsonderscheid zijn de vinnen, de mannen hebben een 'gerafelde' aarsvin.
Verzorging.
Omdat het een
tropische soort betreft moeten deze
visjes gehouden worden tussen de 24- 27 C°. En niet zoals sommige subtropische
soorten (Oryzias latipes) die men perfect kan houden in een aquarium van
18°C en die in de zomer zelfs in een buitenvijver(tje) gehouden kunnen worden (Walter Van der Jeught 2005).
In de habitat waar O.
woworae werd gevonden zwommen ook
Nomorhamphus soorten
((halfsnavelbekjes)), maar het is toch af te raden om deze samen te houden,
daar Nomorhamphus
soorten geduchte jagers zijn, en ze O. woworae als prooi gaan zien. Indien men ze toch in een gezelschapsaquarium wilt
houden zijn volgende medebewoners veel beter geschikt, garnalen, dwerg Corydoras
soorten zoals Corydoras hastatus, Corydoras habrosus, zeer kleine
tetra's en rustige bodemvissen zoals Indische
modderkruipers (Pangio kuhli).
Het
zijn alleseters, met een voorkeur voor (klein) levend- en diepvriesvoer.
Droogvoer wordt ook geaccepteerd. Ik voederde voornamelijk pas uitgekomen
Artemia tijdens de periode dat ze in het kweekaquarium zaten.
Nakweek in het aquarium.
Het
aquarium moet aan de randen en achtergrond dicht worden beplant. Wat absoluut
belangrijk is om de eitjes aan vast te kleven.
Bijvoorbeeld dichte bossen Myriophyllum en Javamos (Vesicularia dubyana). Wat
drijfplanten, ik gebruik hiervoor Hygroyza aristata, om het licht te
dempen.
Hygroyza aristata
Als
bodembedekking gebruik je een zandige bodem. De belangrijkste waterwaarden zijn
bij mij: temperatuur 27°C- PH 6,58- GH:
2 - KH: 3
Rijstvissen hebben
een zeer eigenaardige wijze van voortplanting. De paring vind plaats vroeg in
de ochtend. Het vrouwtje draagt de bevruchte eitjes mee in een
druif-achtige bos gehecht aan haar aarsvin(1). Het aantal eitjes is relatief
klein, meestal een tiental tot een dozijn.
Na de bevruchting blijven de eitjes
met een fijne “draad” nog enkele uren aan het vrouwtje vastzitten. Hierna worden ze “gelost” (de draad wordt hier letterlijk met de moeder verbroken) als het vrouwtje langsheen en tussen
geschikte planten zwemt, waar ze dan blijven aan- en tussen hangen en meteen
ook aan hun lot worden overgelaten.
Bij een watertemperatuur
van 26 graden kwamen de eerste visjes na 12 dagen uit het ei, de meesten kwamen
op dag 14 uit.
De jongen werden bij mij groot
gebracht met infusoriën en azijnaaltjes, daarna juist uitgekomen Artemia.
Dus na tientallen jaren
van vrijwel hun afwezigheid in de aquariumhandel, lijkt erop dat de rijstvisjes
terug zijn, en in stijl met zo'n kleurenpracht! Dat is goed nieuws, want
rijstvissen zijn kleine vissen en over het algemeen niet zo moeilijk te houden en na te kweken.
(1) Dit kenmerk hebben ze met nog
slecht twee andere soorten gemeen: deze van het genus Micropanchax en Cubanichthys cubensis, een killi-vis uit Cuba.
Literatuur:
Parenti,
LR and RK Hadiaty (2010) A new, remarkably colorful, small ricefish of the
genus Oryzias (Beloniformes, Adrianichthyidae) from Sulawesi, Indonesia. Copeia
2010, pp. 268–273.
Oryzias... voor in het koudwateraquarium en in de vijver
Walter Van der Jeught
Aquariumwereld: Jaargang 58 – Nr. 07-08 - Juli-Augustus 2005 ISSN 1372-6501
Walter Van der Jeught
Aquariumwereld: Jaargang 58 – Nr. 07-08 - Juli-Augustus 2005 ISSN 1372-6501
Geen opmerkingen:
Een reactie posten