3 juni 2014

"Daisy's Ricefish" Oryzias woworae.

Artikel Aquarium Wereld jaargang 67 -Nummer 06- juni 2014:

Tekst en foto's: Swa Vleminckx, Betta Buggenhout.

"Daisy's Ricefish" Oryzias woworae. Parenti & Hadiaty, 2010


Deze soort die onlangs is ontdekt op een klein eiland Muna Island voor de zuidoostelijke kust van het eiland Sulawesi, Indonesië. Oryzias woworae is in 2010 beschreven en vernoemd naar haar ontdekker Dr. Daisy Wowor.  Het is ook hun algemene naam in het Engels "Daisy's Ricefish ".  

Rijstvissen leven in zoet en brak water van India tot Japan en in de Indo-Australische Archipel , met name Sulawesi . De gemeenschappelijke naam van de groep is afgeleid van het feit dat veel soorten zijn te vinden in de Japanse rijstvelden . Ongeveer 29 soorten, waarvan sommige zeer zeldzaam en bedreigd, en sommigen al uitgestorven zijn.
Het eiland Muna of Moena (Indonesisch: Pulau Muna) bevindt zich in de Bandazee, De grootste stad van het eiland is Raha. Het eiland is ongeveer 100 km lang en 50 km  breed en heeft een oppervlakte van 2.911 km ². Het heeft een heuvelachtige, beboste oppervlakte, oplopend tot 445 m. 


De rode ster geeft de plaats aan waar Oryzias woworae voor het eerst is gevonden door Dr. Daisy Wowor. 

Deze nieuwe soort onderscheidt zich van alle andere bekende rijstvisjes door hun opmerkelijke kleurpatroon van beide geslachten. De staalblauwe kleur is wel het meest prominent bij volwassen mannen aanwezig, en een roodachtige vlek op de keel en borst. Ze hebben ook rode markeringen op de borstvinnen en staartvinnen.  Het zijn kleine (2,5 à 3 cm) vreedzame en levendige scholenvissen die met minimaal 8 stuks gehouden moeten worden. Het geslachtsonderscheid is niet altijd even duidelijk bij jonge visjes. Later kan men met meer zekerheid het geslacht vast stellen. Mannetjes hebben fellere kleuren en een forse borst. Ook een belangrijk geslachtsonderscheid zijn de vinnen, de mannen hebben een 'gerafelde' aarsvin. 
















Verzorging.

Omdat het een tropische soort betreft  moeten deze visjes gehouden worden tussen de 24- 27 C°. En niet zoals sommige subtropische soorten (Oryzias latipes) die men perfect kan houden in een aquarium van 18°C en die in de zomer zelfs in een buitenvijver(tje)  gehouden kunnen worden (Walter Van der Jeught 2005).

In de habitat waar O. woworae werd gevonden zwommen ook Nomorhamphus soorten ((halfsnavelbekjes)), maar het is toch af te raden om deze samen te houden, daar Nomorhamphus soorten geduchte jagers zijn, en ze O. woworae als prooi gaan zien. Indien men ze toch in een gezelschapsaquarium wilt houden zijn volgende medebewoners veel beter geschikt, garnalen, dwerg Corydoras soorten zoals Corydoras hastatus, Corydoras habrosus, zeer kleine tetra's en rustige bodemvissen zoals Indische modderkruipers (Pangio kuhli). 
Het zijn alleseters, met een voorkeur voor (klein) levend- en diepvriesvoer.  Droogvoer wordt ook geaccepteerd. Ik voederde voornamelijk pas uitgekomen Artemia tijdens de periode dat ze in het kweekaquarium zaten.
Nakweek in het aquarium.
Het aquarium moet aan de randen en achtergrond dicht worden beplant. Wat absoluut belangrijk is om de eitjes aan vast te kleven.  

Bijvoorbeeld dichte bossen  Myriophyllum en Javamos (Vesicularia dubyana). Wat drijfplanten, ik gebruik hiervoor Hygroyza aristata, om het licht te dempen.
Hygroyza aristata


Als bodembedekking gebruik je een zandige bodem. De belangrijkste waterwaarden zijn bij mij: temperatuur 27°C-  PH 6,58- GH: 2 - KH: 3
Rijstvissen hebben een zeer eigenaardige wijze van voortplanting. De paring vind plaats vroeg in de ochtend. Het vrouwtje draagt ​​de bevruchte eitjes mee in een druif-achtige bos gehecht aan haar aarsvin(1). Het aantal eitjes is relatief klein, meestal een tiental tot een dozijn.
Na de bevruchting blijven de eitjes met een fijne “draad” nog enkele uren aan het vrouwtje vastzitten.  Hierna worden ze “gelost” (de draad wordt hier letterlijk met de moeder verbroken) als het vrouwtje langsheen en tussen geschikte planten zwemt, waar ze dan blijven aan- en tussen hangen en meteen ook aan hun lot worden overgelaten.
Bij een watertemperatuur van 26 graden kwamen de eerste visjes na 12 dagen uit het ei, de meesten kwamen op dag 14 uit.

De jongen werden bij mij groot gebracht met infusoriën en azijnaaltjes, daarna juist uitgekomen Artemia.

Dus na tientallen jaren van vrijwel hun afwezigheid in de aquariumhandel, lijkt erop dat de rijstvisjes terug zijn, en in stijl met zo'n kleurenpracht! Dat is goed nieuws, want rijstvissen zijn kleine vissen en over het algemeen niet zo moeilijk  te houden en na te kweken.

(1) Dit kenmerk hebben ze met nog slecht twee andere soorten gemeen: deze van het genus Micropanchax en Cubanichthys cubensis, een killi-vis uit Cuba.
Literatuur:
 Parenti, LR and RK Hadiaty (2010) A new, remarkably colorful, small ricefish of the genus Oryzias (Beloniformes, Adrianichthyidae) from Sulawesi, Indonesia. Copeia 2010, pp. 268–273.


Oryzias... voor in het koudwateraquarium en in de vijver
Walter Van der Jeught
Aquariumwereld: Jaargang 58 – Nr. 07-08 - Juli-Augustus 2005 ISSN 1372-6501

Geen opmerkingen:

Een reactie posten