WILGENHOUTRUPS
Cossus cossus
Familie
houtboorders
(COSSIDAE)
Onderfamilie
Cossinae /
Cossus cossus
Groep
Nachtvlinder
die nachtactief is
Vliegtijd
en gedrag
Eind
april-begin augustus in één generatie. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes
komen op licht. De vrouwtjes worden soms ook aangetrokken door op bomen
aangebrachte smeer. Aangezien ze geen voedsel kunnen opnemen, houden ze de geur
waarschijnlijk voor plekken met lekkend sap die zijn ontstaan bij
beschadigingen door rupsen: een geschikte plaats om eieren af te zetten.
Levenscyclus
Rups:
juli-mei van het derde tot vijfde jaar. De rups leeft onder de schors en in het
hout van de waardplant en overwintert twee- tot viermaal; soms vindt de laatste
overwintering plaats in een cocon. De rupsengaten zitten laag in de stam
(maximaal 1 à 1,5 m boven de grond) en zijn te herkennen aan de aanwezigheid
van houtpoeder en de zure geur die de rupsen afscheiden. Soms worden de grote,
glimmende en van boven purperrode rupsen kruipend aangetroffen op zoek naar een
geschikte plaats om zich buiten de boom te verpoppen (bekijk een filmpje). De
eieren worden in groepjes afgezet in bastspleten, vaak in de buurt van oude
uitkruipgaten van rupsen of van andere beschadigingen.
Waardplanten
Diverse
loofbomen, met een voorkeur voor eik, wilg en populier.
Habitat
Rivieroevers,
moerassen, bosranden, struwelen en graslanden, met een duidelijke voorkeur voor
een vochtige omgeving; ook tuinen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten