30 november 2011

23 november 2011

Pantodon buchholzi

Fotografie vissen Wilfried

Puntius denisonii
























Mikrogeophagus ramirezi

       
Datum23 nov. 2011 18:26:59
Breedte1600
Hoogte1185
Bestandsgrootte286546
CameraNIKON CORPORATION
ModelNIKON D700
ISO400
Belichting1/100 sec.
Diafragma22.0
Focuslengte105mm nikkor micro
Flitser gebruikt SB 900
Witbalans1 flits
Meetmodus5 matrix
Belichtingsprogramma1
Belichtingsafwijking-0.33333334
                                                                                         Phenacogrammus interruptus

Google lanceert eindelijk Street View in België


Google lanceert woensdag eindelijk de Belgische versie van Street View. Dat leiden we af uit een geheimdoenerige maar verder overduidelijke uitnodiging van het internetbedrijf.
Google verzamelt vandaag de Belgische pers in het Brusselse stadhuis. De uitnodiging voor dit persmoment belooft dat het bedrijf gaat vertellen dat het "meer Belgisch" wordt. 


Onder de genodigden zijn ook de Brusselse burgemeester Thielemans en de verschillende ministers van Toerisme.


dinsdag (22/11/2011) kon het ook al gebruikt worden. En ja het is voor het hele land. 


                                                         LINK:                                                                  


21 november 2011

Kleine parels

Of je er nu fan van bent of niet, Nano aquaria zijn razend populair. In verschillende maten, vormen en uitvoeringen hebben diverse aquariummerken hun eigen serie Nano’s op de markt gebracht. De bescheiden afmetingen en redelijk lage prijs, maken het aantrekkelijke bakjes om met de hobby te beginnen. Maar ook veel ervaren aquarianen kunnen de verleiding niet weerstaan, en zeg nou zelf, voor zo’n klein aquarium heb je toch altijd een plaatsje vrij?

Natuurlijk heeft het kleine formaat ook zijn beperkingen, waterwaarden schommelen sneller, en de zwemruimte is beperkt. Hierdoor is het extra van belang dat je verstandige keuzes maakt wat betreft de bewoners van je aquarium. Behalve het formaat speelt ook het gedrag van visjes een belangrijke rol. Om het iets gemakkelijker te maken hebben wij onze 10 meest favoriete Nano visjes voor jou op een rijtje gezet.
Dario dario (Bengaals vuurtje)
Dit temperamentvol grijs, dieprood gestreept visje, is een echte aanwinst voor een klein bakje. Mits je rekening houdt met het eetgedrag van deze kleine rovers, ze eten namelijk vooral levendvoer en soms diepvriesvoer. Ondanks dat ze slechts 3 cm groot worden zijn ze vrij territoriaal, in een klein aquarium kun je ze dus beter in een harem houden. Als combinatie voldoen rustige kleine scholenvisjes. Inmiddels zijn er ook een aantal nauw verwante soorten bekend, die meestal een net zo mooie kleur en tekening hebben.
Parosphromenus deissneri (dwergprachtgourami)
Uit de familie van labyrintvissen is dit één van de twee die in onze top tien is opgenomen. Het mannetje van deze soort heeft een donkerbruine basis kleur, met twee lichte banen die van snuit tot staart lopen, de puntig uitlopende vinnen bevatten fluorescerend blauw en roodtinten. Met een maximum lengte van 3-4 cm is het echt een klein juweeltje. De visjes zijn vreedzaam en enigszins schuw, een paartje P. deissneri is daarom alleen samen te houden met andere kleine rustige visjes in een goed beplant aquarium met zacht zuur water. Bij de voortplanting wordt in een holletje door het mannetje een schuimnest gebouwd. Dwergprachtgourami’s zijn niet de gemakkelijkste maar zeker één van de interessantste visjes die je in een Nano kunt verzorgen.
Oryzias mekongensis
Dit kleine rijstvisje komt uit stilstaande watertjes in het noorden van Thailand, zoals irrigatiekanalen, vijvertjes en rijstvelden. Vaak worden ze gevonden tussen grote groepen fijne stengelplanten. Met afmetingen van ongeveer 1,5 cm is het zelfs voor de kleinste Nano aquaria een geschikte bewoner. Het visje is grijs van kleur met een klein beetje oranje in de vinnetjes Door hun kleine afmetingen hebben ze zeer fijn voer nodig, wat ze niet de makkelijkste kostgangers maakt. Een goed ingelopen niet te zwaar bezet aquarium heeft dan ook de voorkeur. Behalve voldoende beplanting als beschutting stellen deze visjes geen bijzondere eisen aan de inrichting
Boraras maculatus
Een van de bekendere Nano visjes is de Boraras maculatus, door hun levendige gedrag en opvallende kleurtje zijn ze erg geliefd. Het visje heeft een rode rug waarvan de kleur richting de buik vervaagd. De kenmerkende blauwzwarte stippen ter hoogte van de borstvinnen en boven de aarsvin, maken het gemakkelijk te onderscheiden van aanverwante soorten. Mannetjes zijn iets feller gekleurd terwijl vrouwen wat groter en voller zijn, de totale lengte is 2,5 cm. Dit visje is erg goed verkrijgbaar, en zie je dan ook vaak in Nano aquaria voorbij komen. Toch blijft een mooie school maculatusjes prachtig om te zien.
Pseudepiplatys annulatus (dwarsbandsnoekje)
Zoals de meeste killivissen is ook de P. annulatus een ware schoonheid, met een wit tot helder geel lichaam met donkerbruin tot zwarte strepen. De staart en vinnen van de mannen zijn langer en hebben prachtige hemelsblauwe en rode kleuren. Hierdoor zijn ze gemakkelijk te onderscheiden van de vrouwen. In de natuur zwemmen deze oppervlaktevissen in stilstaande wateren en poeltjes met een dichte begroeiing. Ze jagen op kleine insecten die in het water vallen. In het aquarium kun je ze mieren, fruitvliegjes, witte en zwarte muggenlarven geven om hun natuurlijke eet gedrag te kunnen bewonderen.
Trichopsis pumila (Dwergknorgourami)
Zoals de naam al doet vermoeden staat dit visje bekend om hun knorrende geluid wat ze tijdens de balts maken. Na een innige omhelzing legt het vrouwtje enkele eitjes, die het mannetje opvangt en naar het schuimnest brengt. Zoals de meeste gourami’s houd ook de knorgourami niet van een sterke stroming. Betreft hun bouw en grote lijken ze op de eerder besproken Parosphromenus deissneri. De kleuren van de dwergknor zijn echter licht groen/beige met bruine strepen, en rood en blauw in de vinnen. In het licht zie je over het gehele lichaam hun mooie groen en blauwe tinten schitteren. In het Engels heten ze daarom sparkler(glitter) gourami.
Hetrandia formosa
Een schattig levendbarend visje dat van oorsprong uit het zuidwesten van de VS komt. De vrouwtjes van deze soort worden maximaal 4 cm, mannen worden hooguit half zo groot. Naast het verschil in grote zijn de geslachten gemakkelijk te onderscheiden aan de aarsvin, die bij de mannetjes is omgevormd tot een voortplantingsorgaan (gonopodium). De kleuren zijn uitermate bescheiden; een wit tot crème kleurig lichaam met onder de zijlijn een donkere streep. Waterwaarden zijn niet erg belangrijk, gewoon leidingwater voldoet vaak prima. De kweek is dan ook eenvoudig. Over een periode van enkele weken worden er dagelijks een paar jongen geboren. Mits er voldoende voedsel en beschutting is zullen er ook in kleine bakjes altijd genoeg jongen overleven. De altijd aanwezige nakweek maakt dit een erg leuk visje om te verzorgen.
Otocinclus affinis
Deze visjes uit Zuid-Amerika zijn met een hun lengte van maximaal 4,5 cm uitermate geschikt voor Nano aquaria. Dit vooral vanwege hun rustige gedrag en vredelievendheid richting elkaar andere aquarium bewoners. Het zijn echt scholenvisjes waardoor het beter is ze in groepjes van vijf of meer te houden. Je zult ze dan gezamenlijk algen zien grazen van de ruiten en aquariumplanten. Dit maakt ze ook nog eens erg nuttig!
.
Nannostomus marginatus (potloodvisje)
Nannonstomus marginatus is een van de kleinste en mooiste potloodvisjes. Ze hebben twee lange zwarte strepen over de lengte van hun crème kleurige lichaam en rood in hun staart en vinnetjes. Hoewel de mannetjes territoriale neigingen hebben zijn het uiterst vriendelijk scholen visjes. Zacht en zuur water word op prijs gesteld, bij een goede voedering met fijn voer, is het prachtige imponeer en baltsgedrag volop te zien.

NIKON 1 – THE FASTEST CAMERA IN THE WORLD

”Vlaamse Terrariumvereniging”

Javavarens in 7 variëteiten

Altijd groen en niet kapot te krijgen, de javavaren (Microsorum pteropus) is een van de sterkste aquariumplanten die we kennen. Ook één van mijn eerste plantjes was een javavaren, nu zeven jaar later heb ik dit varentje nog steeds. Doordat deze epifyt nauwelijks eisen stelt en traag maar gestaag doorgroeit, is het een ideale aquariumplant. Die ook erg geschikt is om achterwanden mee te laten begroeien of bijv. binnenfilters mee te camoufleren.
Verzorging 
Javavaren stellen nauwelijks eisen aan waterwaarden voedingstoffen en licht. Vermeerdering is eenvoudig door de rhizoom(wortelstok) te delen, of door de adventiefplantjes die op de bladranden groeien af te breken en op te binden. De meeste javavarens kunnen groot worden, maar moeten daarvoor langere tijd ongestoord kunnen groeien. Naarmate een bos planten dichter wordt zullen de bladeren steeds langer worden. Door grote bladeren consequent te verwijderen en bossen af en toe wat uit te dunnen, is de plant goed klein te houden. Hoewel vaak word gezegd dat javavarens niet in de bodem ingeplant kunnen worden, is dit prima mogelijk, zolang de rhizoom maar niet bedekt word door een laag bodemmateriaal, waardoor hij verstikt. Omdat het lastig is de plant te verankeren met de ragfijne bruine worteltjes, is het handig om de plant eerst op een klein steentje te binden, na verloop van tijd zal de plant zichzelf vastgroeien in de bodem. In de natuur komen javavarens in vrijwel heel tropisch en subtropisch Azië voor, waar ze zowel onder als boven water groeien, op rotsen, bij watervallen en op vochtige bodem. In de aquariumhandel zijn steeds meer varianten van de “gewone” javavaren te krijgen, het gaat dan om zowel natuurlijke varianten als kweekproducten. Vooral de smalbladige en compacte soorten zijn erg populair. Hieronder volgt een overzicht van enkele soorten.
Microsorum pteropus “Narrow leaf” 
Deze soort blijft iets kleiner dan de normale javavaren, de bladeren worden maximaal 20 cm lang. Zoals de naam al zegt heeft deze soort smalle bladeren. Bij mij varieert de breedte tussen de 8 en 12 mm. Volgens Tropica is het een erg variabele soort, waaruit gemakkelijk nieuwe varianten gekweekt kunnen worden. De blaadjes staan minder haaks op de wortelstok dan bij de normale Microsorum pteropus, hierdoor vormt het plattere kussens.
Microsorum pteropus “Short narrow leaf” 
Waarschijnlijk een variant van de narrow leaf, die niet langer dan een cm of 10 zou mogen worden. Door deze geringe afmetingen een erg leuk soortje. Heeft een relatief dikke rhizoom.
Microsorum brassii (M. pteropus “Needle leaf”) 
De aller fijnste javavaren, blaadjes worden slechts enkele mm breed, en kunnen langer worden dan 30 cm. Bladranden zijn enigszins golvend, de centrale nerf is in verhouding dik en aan de onderzijde dichter bezet met bruin behaarde schubben dan andere varianten.
Microsorum pteropus “Taiwan”(?) (M. pteropus “Needle leaf”, M. pteropus “Narrow leaf”) 
Deze variant wordt vaak verwisseld met bovengenoemde soorten. Hierdoor is er een grote verscheidenheid aan beschrijvingen. Mogelijk gaat het ook om meerdere soorten. In mijn ervaring is de “Taiwan” vergelijkbaar met de M. brassii, maar met een breder blad. Het blad is wel smaller dan de “Narrow leaf”. Andere verschillen zijn de meer golvende bladrand, onregelmatige vorm, en het regelmatig voorkomen van splitsingen in het blad.
Microsorum pteropus “Philippine” 
Deze soort is afkomstig van het eiland Panay (Filippijnen) waar het gevonden is in de monding van een rivier. Hierdoor word de plant afhankelijk van de getijden blootgesteld aan brak/zeewater. Vaak word deze soort onterecht aangemerkt als dwerg soort. De grote is vergelijkbaak met de gewone javavaren zo rond de 30 cm. Het onderscheid zit hem in de gehamerde bladstructuur, waardoor het blad van de “Philppine” veel meer reliëf heeft. Ook deze soort is weinig eisend, al lijkt hij zacht en zuur water minder te waarderen. Wat een verklaring kan zijn waarom hij in het aquarium vaak klein blijft. Het is daarin tegen wel een goede kandidaat voor het brakwater aquarium.
Microsorum pteropus “Windeløv” 
Een compacte soort van maximaal 15 cm, gemakkelijk te herkennen aan de gerafelde bladeinden. Deze soort is vernoemd naar Helger Windeløv, eigenaar van Tropica die deze variant heeft gekweekt en op de markt gebracht.
M. pteropus windelov
Microsorum pteropus “Trident” (M. pteropus “Split narrow leaf”)
Ook dit is één van de kleinere soorten met een maximale grote van 15 cm. Het blad heeft 2 tot 5 symmetrische aftakkingen, waardoor het snel dichte pollen fijne blaadjes vormt. Een echte aanrader voor de kleinere aquaria. Waarschijnlijk stamt deze variant van Borneo, en gaat het dus niet om een gekweekte vorm.
M. pteropus splitleaf
Overige vormen 
Naast de hierboven besproken soorten zijn er nog een aantal grote varianten bekend zoals de “Undulata”, “Latifolius” en “Tropica” deze zijn in de handel meestal goed verkrijgbaar, maar door hun grote formaat worden ze minder vaak toegepast. Ook zijn er varianten die erg moeilijk te krijgen zijn zoals een vorm waarvan de jonge bladeren rood getint zijn. 

17 november 2011

Nieuwe dodelijke schimmel voor padden verspreid

Nieuwe dodelijke schimmel voor padden verspreid

Chytride infecties, een dodelijke schimmelziekte die in Centraal-Amerika en Australië verschillende amfibieënsoorten volledig uitroeide, komt verspreid voor bij padden in heel Vlaanderen. Toch heeft de ziekte nog geen invloed op de populaties. Dat blijkt uit een onderzoek aan de Universiteit Gent.
Voor het onderzoek haalde de UGent, samen met de amfibieën- en reptielenwerkgroep Hyla (Natuurpunt), dit voorjaar 1.740 in het verkeer gesneuvelde padden op. Voor de dodelijke schimmelziekte chytridiomycose werd vorig jaar in de Ardennen het eerste bevestigde geval van Noord-Europa vastgesteld.
 
Op negen plaatsen, drie in Oost-Vlaanderen (Ninove, Munte en Beveren), drie in Vlaams-Brabant (Dworp, Herne en Bever) en drie in Limburg (Hasselt, Dilsen Stokkem en Diepenbeek), werden dit jaar bij in totaal elf padden de infectie met de chytride schimmel vastgesteld. "Van zeven van deze besmette populaties zijn gegevens beschikbaar over de populatietendenzen, maar die lijken niet achteruit te gaan", aldus professoren An Martel en Frank Pasmans van de Faculteit Diergeneeskunde aan de UGent. "Wat de toekomst brengt, is zeer onduidelijk. De klimaatsverandering bijvoorbeeld kan de afloop van de infectie negatief beïnvloeden."
 
Dodelijke ranavirus infecties, die sinds vorig jaar in Nederland voor massale paddensterfte zorgden, blijken bij ons in de natuur nog niet voor te komen. "Dat is een goede zaak, maar het wijst ook op de noodzaak dat de introductie van ranavirussen vanuit de dierenhandel of uit de omringende landen ten allen tijde vermeden moet worden."


lees ook: Gifkikkers met infectie

Muurbekleding



14 november 2011

Dodelijke roodrugspin komt dichterbij: gespot in Engeland



De giftige roodrugspin, afkomstig uit Australië, dringt Europa binnen. De 'Latrodectus hasselti' - familie van de ons bekendere Zwarte Weduwe - wordt de laatste tijd geregeld in het Verenigd Koninkrijk gespot. Eerder verlieten de beruchte 'redbacks' ook al hun oorspronkelijke gigantische eiland Down Under om in Japan en Nieuw-Zeeland op te duiken.
De roodrugspin behoort tot de familie van de kogelspinnen (Theridiidae) en is een van de dodelijkste ter wereld. Ze worden tot 1 cm lang en worden gekenmerkt door - meestal - twee rode ruiten op hun zwarte rug. De vrouwtjes zijn het meest agressief en eten bijvoorbeeld het mannetje na de paring meteen op.

The Sun heeft het over "zotte mieren" uit Australië, omdat ze zigzaggen. Een beet van een roodrug doet erg pijn en veroorzaakt zwellingen, misselijkheid, pijn in de borst en koorts. Het kan zelfs dodelijk zijn. In Australië werden in totaal veertien doden geteld na een beet van de roodrugspin. Maar sinds meer dan 50 jaar geleden een antigif werd uitgevonden, vielen er gelukkig geen dodelijke slachtoffers meer.
Volgens de Engelse krant slopen er exemplaren van de redbacks via cargo of bagage van reizigers binnen in het Verenigd Koninkrijk. Zo werd onlangs een dozijn roodrugspinnen gevonden in een fabriek bij Preston in het noordwesten van Engeland.