Bij werken aan de IJzerdijk in
Diksmuide zijn de restanten van een soldaat uit de Eerste Wereldoorlog
gevonden. Het gaat wellicht om een soldaat die in het Belgische leger diende.
Dat is uitzonderlijk, omdat er veel minder Belgische soldaten actief waren in
de oorlog in vergelijking met Britse, Franse en Duitse soldaten.
De menselijke beenderen werden
eind september al ontdekt, maar de vondst werd nu pas bekendgemaakt. Een
aannemer vond de restanten tijdens de aanleg van een houten wandel- en fietspad
langs de IJzerdijk in Diksmuide.
Het eerste onderzoek van
archeologen toont aan dat het wellicht om een gesneuvelde soldaat gaat die
tijdens de Eerste Wereldoorlog in het Belgische leger diende. Tijdens de oorlog
was de westelijke oever van de IJzer namelijk de hele tijd in Belgische handen.
Toch is het erg uitzonderlijk dat er Belgische soldaten gevonden worden. De
laatste keer dat dat gebeurde, was in 2016. Daarvoor was het zelfs al van 1952
geleden.
Minder slachtoffers door
minder roekeloze gevechten
Dat komt omdat er tijdens de
oorlog veel minder Belgische soldaten actief waren dan Britse, Franse of
Duitse. De aard van de gevechten aan het IJzerfront en de overstroomde
IJzervlakte was ook anders dan in de regio van Ieper of Mesen. Daar waren de
gevechten veel roekelozer, wat voor duizenden doden zorgde.
De identiteit van de soldaat zal
wellicht niet meer te achterhalen zijn. Aan zijn rechterhand werd wel een
soldatenring gevonden die aan het front was vervaardigd en die een inscriptie
van een posthoorn en het jaartal 1915 had. De uniformknoop met Belgische leeuw
verwijst naar een kakikleurig uniform dat pas vanaf 1915 gebruikt werd door de
troepen aan de IJzer.
Het agentschap Onroerend Erfgoed
zal het lichaam nu verder onderzoeken. De Dienst Oorlogsgraven gaat in de
archieven opzoeken of ze de identiteit van de soldaat kunnen achterhalen.
Nadien wordt hij op een militaire begraafplaats begraven.
"Het is belangrijk dat
toevalsvondsten correct gemeld worden en met de nodige kennis behandeld
worden", zegt Peter De Wilde, administrateur-generaal van Onroerend
Erfgoed. "Vele oorlogsslachtoffers worden in Vlaanderen bij toeval
gevonden. Hun resten zijn niet alleen een belangrijke bron van kennis over het
verleden, maar we zijn het deze gesneuvelden ook verschuldigd dat ze met
eerbied een laatste rustplaats krijgen."