Estimative Index
Voeding voor onze aquariumplanten
is nodig en het is niet altijd eenvoudig om de juiste hoeveelheid te geven.
Dikwijls heeft men de neiging om toch wat extra te geven (ik beken ook
schuld!), daarom is de volgende methode: De Estimative Index (EI) misschien ook
iets voor U. Ik maak er nu al een hele tijd gebruik van en de planten doen het
uitstekend!
Een planten aquarium bij mij thuis.
De eenvoudige uitleg:
De Estimative Index (EI) is een
eenvoudige methode voor het verstrekken van voedingsstoffen voor planten in een
aquarium. Het idee achter EI is het zorgen voor geen beperking van de
hoeveelheid plantenvoeding. Deze onbeperkte concentratie van plantenvoeding
bevindt zich in de watermassa en voedt de planten.
EI is een schattingsmethode;
het meten van specifieke voedingsstoffen is niet nodig en test kits zijn
overbodig. EI biedt een overschot aan voedingsstoffen die helpt bij het
voorkomen van tekortkomingen bij planten, en maakt het mogelijk de groei van
planten ongehinderd plaats te laten vinden.
De meeste algen gerelateerde
kwesties zijn te wijten aan tekortkomingen van planten in plaats van
overtollige voedingsstoffen niveaus (Ammonium/NH4 + is een mogelijke
uitzondering). Andere kwesties voor algen zijn te veel licht en slechte
CO2-meting en dosering.
Eigenlijk voeg je een klein
overschot aan voedingsstoffen toe om te verhinderen dat er tekorten optreden,
gevolgd door een grote waterwissel van 50% aan het eind van de week om te
voorkomen dat het overschot te hoog wordt. Op deze manier kunnen we er zeker
van zijn dat er genoeg voedingsstoffen aanwezig zijn zonder ooit een test kit
te gebruiken.
Het proces waarbij dit gebeurd is
simpel.
Elke dag (of 2-3x per week, wekelijks voor aquaria met weinig licht)
worden voedingsstoffen gedoseerd, en de voedingsstoffen worden geabsorbeerd
door de planten. Met deze methode wordt kunnen we de dosis voedingsstoffen op
basis van algemene richtlijnen geschikt maken voor ons eigen aquarium (zie
hieronder voor de regeling). Aan het einde van de week zorgt een 50%
waterwissel voor een 'reset' van de voedingsstoffenbelasting in het gehele
systeem. Daarna wordt de gehele doseringsinterval herhaald. Je kunt er voor
kiezen om grotere of kleinere waterverversingen te doen, maar 50% is
richtwaarde.
Waterwissels van 50% wekelijks
zal voorkomen dat ophoping van voedingsstoffen plaatsvindt. 50% per week houdt
de maximaal mogelijke op te bouwen hoeveelheid voedingsstoffen tot minder dan
2x de hoeveelheid gedoseerd voor de hele week. Dus als je 10 ppm per week
doseert, zal het nooit hoger worden dan 20 ppm, zolang je 50% water wisselt
wekelijks en er geen opname heeft plaatsgevonden. Natuurlijk is er altijd
opname van de planten, dus de werkelijke waarde zal altijd lager liggen.
De primaire voedingsstoffen zijn
de macro voedingsstoffen - stikstof (N), fosfor (P), Kalium (K), en de
micro-elementen - sporenelementen (IJzer (Fe) kan ook worden aangevuld indien
nodig). De sporenelementen worden altijd geleverd met gebruiksaanwijzing.
Indien we deze volgen treden er normaal gesproken nooit tekorten op van deze
voeding.
De benodigde stoffen zijn
Kaliumnitraat (KNO3) en Kaliumfosfaat (KH2PO4). Deze zijn in poedervorm te koop
waarna we zelf een stockoplossing kunnen maken. Met KNO3 kunnen we 100 gram
KNO3 oplossen in 500 gram water, van de KH2PO4 kunnen we 50 gram oplossen in
500 gram water. We kunnen dan deze oplossingen gebruiken om voeding voor de
planten toe te dienen wanneer we de vissen voeren.
Met deze stockoplossingen
verhoogt 1 ml per 50 liter de KNO3 met 2,5 mg/l. Als we dan uitgaan van een
richtwaarde van 20 mg/l, wordt het een eenvoudige rekensom om te bepalen wat we
nodig hebben. Voor de KH2PO4 doen we hetzelfde. Hier verhoogt 1 ml. Per 50
liter de KH2PO4 met 1,5 mg/l. Uitgaande van een richtwaarde van 2 mg/l is ook
hier een eenvoudig rekensommetje met de waterinhoud van het aquarium voldoende.
De Estimative Index-methode werkt
goed voor elk aquarium, veel of weinig licht en veel of weinig planten. De
frequentie van dosering kan worden verlaagd tot 1-2x per week bij weinig licht
en/of planten (minder dan 0,5 Watt per liter)
De uitgangswaarden wijken af van
het originele artikel maar is hier wel op gebaseerd. Dit omdat vrijwel niemand
poeder direct aan het aquariumwater toevoegt, maar vrijwel alleen
stockoplossingen worden gebruikt. Deze waardes zijn schattingen. Het werkelijke
verbruik van het aquarium kan verschillen.
Uitgangswaarden:
Geen CO2 en tot 0,5 Watt per
liter licht: NO3 10 tot 20 mg/l en PO4 1 tot 2 mg/l per week
Met CO2 en tot 0,5 Watt per liter
licht: NO3 20 tot 30 mg/l en PO4 2 tot 3 mg/l per week
Met CO2 en meer dan 0,5 Watt per
liter licht: NO3 30 tot 40 mg/l en PO4 3 tot 4 mg/l per week
Goede richtwaardes die gemeten kunnen worden in het aquarium zijn:
CO2 range 25-35ppm
NO3 range 10-30ppm
K+ range 10-30ppm
PO4 range 1.0-3.0 ppm
Fe 0.2-0.5ppm of hoger (?)
GH range 3 degrees ~ 50ppm of hoger
Speciale opmerkingen:
Het verstrekken van een optimaal
CO2 gehalte van ten minste 30 mg/l is noodzakelijk om planten goed te laten
groeien. Als algenproblemen zich voordoen, verwijder dan alle zichtbare algen
en geïnfecteerde bladeren. Controleer opnieuw de CO2-niveaus, herstel deze of
verminder de belichtingsperiode. Geen
enkele doseermethode zal je redden van slechte verlichting of slecht
CO2-gebruik. Vasthouden aan een goed
doseringsregime zal ervoor zorgen dat de planten goed groeien en blijf je blij!
Indien je problemen krijgt bedenk
dan dat de meeste problemen draaien rond CO2 en waterstroming (die gerelateerd
is aan gas en uitwisseling van voedingsstoffen in het aquatische milieu) Als je
de NO3 / PO4 niet beperkt, zal je meer CO2 nodig hebben. Bijvoorbeeld een
niveau van 20 ppm NO3 vergt 2 tot 3x zoveel CO2 om de groei na verloop van tijd
te handhaven als met 2 ppm NO3 (Gerloff, 1966).
Mensen die geen kritisch
onderzoek doen zouden geneigd zijn te veronderstellen dat de lage NO3 is waarom
zij hun algen probleem hebben opgelost, maar zij leggen niet uit waarom andere
aquaria het prima doen met 20 ppm NO3
Secundaire beperking zal de CO2
vraag verminderen, hetgeen tot aannames leidt dat voedingsstoffen de oorzaken
voor hun ellende zijn. Maar het echte probleem was een lage CO2.
Wees dus zeer kritisch bij het
benaderen van de CO2, het is een belangrijke factor en kan groeipercentages
geven van 10-20x sneller bij correct gebruik.
Wanneer er geen CO2 systeem aanwezig is kunnen we zorgen dat de vraag
van de planten naar CO2 daalt door het aantal uren verlichting terug te
brengen. Hierdoor komt de vraag beter overeen met het aanbod en hebben we geen
last van alg. 8 tot 10 uur belichting is hier het maximum.
Bij de meeste algen moeten we ons
dus altijd afvragen “wat is het tekort” en niet “wat is er te veel”. Pas dan
doen we de juiste conclusies.
De EI methode, mits goed toegepast, zorgt er voor
dat er geen tekorten ontstaan.
De praktijk:
Wil je eenvoudig berekenen hoeveel je van ieder middel moet toevoegen? bereken het dan met de Estimative Index Calculator
Hier kan je nog veel meer lezen en de benodigdheden aanschaffen voor deze methode van plantenvoeding.
Vrije vertaling (3e versie) van: EI Light – The Estimative Index for less techy folks
Auteur: Tom Barr
Vertaling: Dutchy Bron: Barrreport.com
Geen opmerkingen:
Een reactie posten