U gaat ogen tekort hebben, zaterdagavond in Werchter. Dat kunnen we zeggen na gisterenavond de première te hebben gezien van The Wall Live van Roger Waters. Wellicht het grootste spektakel in rock en pop momenteel, en iets wat iedere rechtaardige rockfan, en niet alleen wat freaky ouwe stoners en soixante-huitards tenminste één keer in zijn leven moet gezien hebben. Here's why.
Deze incarnatie van Waters' solipsistisch meesterwerk uit 1979 met Pink Floyd, is één van de, zoniet de meest succesvolle concerttour door een rockact ooit. Gestart op 15 september 2010 in het Air Canada Center in Toronto, is de show ondertussen - als we het goed hebben - 198 keer opgevoerd in Noord-Amerika, Europa, Oceanië en Zuid-Amerika. Voor al die shows, waar exact 3.299.740 mensen naar kwam kijken, was de totale capaciteit 3.352.947, of, Waters haalde een bezettingsgraad van 98 procent. Dat is, over drie jaar en bijna 200 concerten, gewoon fenomenaal.
IS THERE ANYBODY OUT THERE? Yup. Zo'n 15.000 zelfs, allemaal hier in het huis van 'betaalvoetbalclub' Vitesse om de première van de ondertussen zevende etappe te zien van The Wall Live van Roger Waters. Wanneer Waters er op 21 september wellicht voorgoed het doek laat vallen - nu ja, de muur afbreekt - in het Stade de France, zullen meer dan vier miljoen mensen wereldwijd getuige geweest zijn van deze superproductie de jongste drie jaar.
Deze incarnatie van Waters' solipsistisch meesterwerk uit 1979 met Pink Floyd, is één van de, zoniet de meest succesvolle concerttour door een rockact ooit. Gestart op 15 september 2010 in het Air Canada Center in Toronto, is de show ondertussen - als we het goed hebben - 198 keer opgevoerd in Noord-Amerika, Europa, Oceanië en Zuid-Amerika. Voor al die shows, waar exact 3.299.740 mensen naar kwam kijken, was de totale capaciteit 3.352.947, of, Waters haalde een bezettingsgraad van 98 procent. Dat is, over drie jaar en bijna 200 concerten, gewoon fenomenaal.
Tot 21 september zullen op 27 plaatsen in Europa nog eens een goed miljoen mensen zien hoe Waters - en 178 man achter de schermen - een 150 meter lange en 12 meter hoge muur (hij is weer wat groter geworden voor deze final run) in een kleine drie uur opbouwt en vervolgens afbreekt.
Deze incarnatie van Waters' solipsistisch meesterwerk uit 1979 met Pink Floyd, is één van de, zoniet de meest succesvolle concerttour door een rockact ooit. Gestart op 15 september 2010 in het Air Canada Center in Toronto, is de show ondertussen - als we het goed hebben - 198 keer opgevoerd in Noord-Amerika, Europa, Oceanië en Zuid-Amerika. Voor al die shows, waar exact 3.299.740 mensen naar kwam kijken, was de totale capaciteit 3.352.947, of, Waters haalde een bezettingsgraad van 98 procent. Dat is, over drie jaar en bijna 200 concerten, gewoon fenomenaal.
Tot 21 september zullen op 27 plaatsen in Europa nog eens een goed miljoen mensen zien hoe Waters - en 178 man achter de schermen - een 150 meter lange en 12 meter hoge muur (hij is weer wat groter geworden voor deze final run) in een kleine drie uur opbouwt en vervolgens afbreekt.
Toen en nu
Aan het eind van de drie jaar durende rit zal Waters in totaal voor 500 miljoen euro aan tickets hebben omgezet, wat mooie toekomstperspectieven biedt voor zijn sinds vorig jaar vierde en 30 jaar jongere echtgenote Laurie Durning, maar ook aantoont hoe de dingen kunnen keren. Want de eerste keer dat The Wall werd getourd, in 1980 en 1981, een goeie 30 concerten in vier steden (LA, NYC, Dusseldorf en Londen), eindigde het verhaal met een verlies van meer dan 500.000 euro.
"Toen kostte het ontwerpen en bouwen van de set iets van een 3 miljoen euro, nu praten we over een goeie 50 miljoen", vertelde Mark Fisher, het architecturale brein achter The Wall toen en nu me twee jaar geleden nog. Fischer overleed op 25 juni, nog geen maand geleden, en was wellicht de grootste unsung hero van de pop en rock van de jongste 30 jaar. Hij was de man die een ogenschijnlijk eindeloos aantal innovatieve podiumconcepten bedacht waar u ondermeer The Rolling Stones (Steel Wheels Tour, Voodoo Lounge Tour, Bridges to Babylon Tour, A Bigger Bang Tour), U2 (ondermeer ZooTV, PopMart en 360° Tour), Madonna (MDNA Tour) en Lady Gaga (Born This Way Ball) op zag. Plus de openings- en sluitingsceremonie van de Spelen in Peking, twee Cirque de Soleil-toestanden, ...
"Maar je mag niet vergeten dat in 1980 een kaartje om Pink Floyds The Wall te gaan zien met moeite 9 à 10 euro kostte", zei Fisher toen. "Nu
zijn concertgangers bereid om 75 euro te betalen. Bovendien is de technologie niet alleen beter maar ook efficiënter geworden. In 1980
gebruikten we drie 35mm-projectoren, nu 41 HD-beamers die met bit-mapping werken zodat elke 'brick' die bijgeplaatst wordt tijdens de show onmiddellijk deel van de projectie wordt."
Aan het eind van de drie jaar durende rit zal Waters in totaal voor 500 miljoen euro aan tickets hebben omgezet, wat mooie toekomstperspectieven biedt voor zijn sinds vorig jaar vierde en 30 jaar jongere echtgenote Laurie Durning, maar ook aantoont hoe de dingen kunnen keren. Want de eerste keer dat The Wall werd getourd, in 1980 en 1981, een goeie 30 concerten in vier steden (LA, NYC, Dusseldorf en Londen), eindigde het verhaal met een verlies van meer dan 500.000 euro.
"Toen kostte het ontwerpen en bouwen van de set iets van een 3 miljoen euro, nu praten we over een goeie 50 miljoen", vertelde Mark Fisher, het architecturale brein achter The Wall toen en nu me twee jaar geleden nog. Fischer overleed op 25 juni, nog geen maand geleden, en was wellicht de grootste unsung hero van de pop en rock van de jongste 30 jaar. Hij was de man die een ogenschijnlijk eindeloos aantal innovatieve podiumconcepten bedacht waar u ondermeer The Rolling Stones (Steel Wheels Tour, Voodoo Lounge Tour, Bridges to Babylon Tour, A Bigger Bang Tour), U2 (ondermeer ZooTV, PopMart en 360° Tour), Madonna (MDNA Tour) en Lady Gaga (Born This Way Ball) op zag. Plus de openings- en sluitingsceremonie van de Spelen in Peking, twee Cirque de Soleil-toestanden, ...
"Maar je mag niet vergeten dat in 1980 een kaartje om Pink Floyds The Wall te gaan zien met moeite 9 à 10 euro kostte", zei Fisher toen. "Nu
zijn concertgangers bereid om 75 euro te betalen. Bovendien is de technologie niet alleen beter maar ook efficiënter geworden. In 1980
gebruikten we drie 35mm-projectoren, nu 41 HD-beamers die met bit-mapping werken zodat elke 'brick' die bijgeplaatst wordt tijdens de show onmiddellijk deel van de projectie wordt."
Dat een Tour met 30 trucks met opleggers, 200 man op de payroll inclusief een gezondheidsinspecteur en een veiligheidsadviseur, plus nog eens 60 mensen die gedurende drie 24-uren dagen in shiften alleen al het podium bouwen, een heel rendabele affaire kan zijn anno 2013 zegt veel over de huidige staat van de rockbusiness.
The dream is gone, the headcount wrong
Dat een Tour met 30 trucks met opleggers, 200 man op de payroll inclusief een gezondheidsinspecteur en een veiligheidsadviseur, plus nog eens 60 mensen die gedurende drie 24-uren dagen in shiften alleen al het podium bouwen, een heel rendabele affaire kan zijn anno 2013 zegt veel over de huidige staat van de rockbusiness.
Zeker wetende dat The Wall als plaat vandaag de dag niet meer gemaakt kan worden, wegens economisch onhaalbaar. Zelfs de Jay-Z's en Kanye's van deze wereld halen het niet in hun hoofd om van januari tot november in niet één maar vijf studios te kruipen (Super Bear Studios en Studio Miraval in Frankrijk; CBS 30th Street Studio in New York en Cherokee Studios en The Village in Los Angeles). Om nog maar over de headcount te zwijgen: een 25-tal studiomuzikanten, vier koren/orkesten (Islington Green School children's choir, het New York Orchestra, de New York Opera en nog een kinderkoor uit Manhattan). Vier geluidsengineers ook, drie producers.
Maar dit zijn de harde feiten: Mumford and Sons' 'Babel' is de best verkopende rockplaat (wel ja, I know) van de afgelopen 12 maanden en haalt in die tijd amper wat The Wall deed in twee maanden, inclusief digital downloads, die niet eens uitgevonden waren toen, laat staan dat het hele voormalige Oostblok, Azië en Zuid-Amerika in die tijd niet eens afzetmarkten waren.
Dat een Tour met 30 trucks met opleggers, 200 man op de payroll inclusief een gezondheidsinspecteur en een veiligheidsadviseur, plus nog eens 60 mensen die gedurende drie 24-uren dagen in shiften alleen al het podium bouwen, een heel rendabele affaire kan zijn anno 2013 zegt veel over de huidige staat van de rockbusiness.
Zeker wetende dat The Wall als plaat vandaag de dag niet meer gemaakt kan worden, wegens economisch onhaalbaar. Zelfs de Jay-Z's en Kanye's van deze wereld halen het niet in hun hoofd om van januari tot november in niet één maar vijf studios te kruipen (Super Bear Studios en Studio Miraval in Frankrijk; CBS 30th Street Studio in New York en Cherokee Studios en The Village in Los Angeles). Om nog maar over de headcount te zwijgen: een 25-tal studiomuzikanten, vier koren/orkesten (Islington Green School children's choir, het New York Orchestra, de New York Opera en nog een kinderkoor uit Manhattan). Vier geluidsengineers ook, drie producers.
Maar dit zijn de harde feiten: Mumford and Sons' 'Babel' is de best verkopende rockplaat (wel ja, I know) van de afgelopen 12 maanden en haalt in die tijd amper wat The Wall deed in twee maanden, inclusief digital downloads, die niet eens uitgevonden waren toen, laat staan dat het hele voormalige Oostblok, Azië en Zuid-Amerika in die tijd niet eens afzetmarkten waren.
"I've been mad for fucking years"
Maar koele economics en indrukwekkende logistiek verklaren niet waarom miljoenen fans, de wereld rond, komen kijken naar de renditie van een rockopera die meer dan 30 jaar oud is. Sommigen zelfs twee keer. Of vijftig keer. Of meer. Zoals Kevin, een 61-jarige voormalige aannemer uit Norfolk, grootvader van drie. "I've been mad for years. Fucking years", is zijn uitleg voor zijn bijzondere obsessie.
In 1994 scheidde Kevin van zijn vrouw, ging zijn bedrijfje failliet en belandde hij bijna in het gekkenhuis. "Ik was alles verloren", vertelt hij, "behalve Pink Floyd". Met zijn laatste 500 Pond op zak vloog Kevin naar Portugal om het begin van Floyds Division Bell Tour mee te maken.
"Ik had zelfs geen ticket voor de show. Uiteindelijk heb ik alle 52 concerten de volgende vier maanden gezien."
Kevin heeft ongeveer elk concert van Pink Floyd, Roger Waters en Dave Gilmour sindsdien gezien. Hij is op zich een cultfiguur geworden. Andere fans willen met hem op de foto. Hij bezit ondertussen een bijna encyclopedische kennis van Europa's budgethotels; hoewel hij meestal overnacht ondertussen op sofa's van andere Floydfans of slaapt op een bankje op de luchthaven.
"Ik heb geen huis, geen auto, geen job. Ik leef voor een groot stuk op de kap van Floydfans, de wereld rond. Zij zijn nu mijn familie. Wat ik
nodig heb aan geld verdien ik door posters en t-shirts te verkopen bij optredens. Maar ik heb al jaren nooit meer dan 30 euro op zak."
Roger Waters weet wie Kevin is. En hij wil hem best een keer ontmoeten. Maar dat wil Kevin niet. "Dat hij weet dat ik er ben is voor mij genoeg. I know he looks out for me at every gig. Maar ik heb een weerkerende nachtmerrie waarin ik Roger zie en ik hallo zeg en hij antwoordt 'Who the fuck are you?' Nee, laat maar wat afstand tussen ons."
Maar koele economics en indrukwekkende logistiek verklaren niet waarom miljoenen fans, de wereld rond, komen kijken naar de renditie van een rockopera die meer dan 30 jaar oud is. Sommigen zelfs twee keer. Of vijftig keer. Of meer. Zoals Kevin, een 61-jarige voormalige aannemer uit Norfolk, grootvader van drie. "I've been mad for years. Fucking years", is zijn uitleg voor zijn bijzondere obsessie.
In 1994 scheidde Kevin van zijn vrouw, ging zijn bedrijfje failliet en belandde hij bijna in het gekkenhuis. "Ik was alles verloren", vertelt hij, "behalve Pink Floyd". Met zijn laatste 500 Pond op zak vloog Kevin naar Portugal om het begin van Floyds Division Bell Tour mee te maken.
"Ik had zelfs geen ticket voor de show. Uiteindelijk heb ik alle 52 concerten de volgende vier maanden gezien."
Kevin heeft ongeveer elk concert van Pink Floyd, Roger Waters en Dave Gilmour sindsdien gezien. Hij is op zich een cultfiguur geworden. Andere fans willen met hem op de foto. Hij bezit ondertussen een bijna encyclopedische kennis van Europa's budgethotels; hoewel hij meestal overnacht ondertussen op sofa's van andere Floydfans of slaapt op een bankje op de luchthaven.
"Ik heb geen huis, geen auto, geen job. Ik leef voor een groot stuk op de kap van Floydfans, de wereld rond. Zij zijn nu mijn familie. Wat ik
nodig heb aan geld verdien ik door posters en t-shirts te verkopen bij optredens. Maar ik heb al jaren nooit meer dan 30 euro op zak."
Roger Waters weet wie Kevin is. En hij wil hem best een keer ontmoeten. Maar dat wil Kevin niet. "Dat hij weet dat ik er ben is voor mij genoeg. I know he looks out for me at every gig. Maar ik heb een weerkerende nachtmerrie waarin ik Roger zie en ik hallo zeg en hij antwoordt 'Who the fuck are you?' Nee, laat maar wat afstand tussen ons."
Kevin heeft ongeveer elk concert van Pink Floyd, Roger Waters en Dave Gilmour sindsdien gezien. Hij is op zich een cultfiguur geworden. Andere fans willen met hem op de foto. Hij bezit ondertussen een bijna encyclopedische kennis van Europa's budgethotels; hoewel hij meestal overnacht ondertussen op sofa's van andere Floydfans of slaapt op een bankje op de luchthaven.
Kilometervreter
Nog zo'n geval: Simon Wimpenny, die overigens ook blogt over zijn avonturen. IN 2010 reisde Simon 45.000 kilometer in het zog van Waters en zag 53 keer The Wall Live in de VS en in Canada. Voor alle duidelijkheid: als betalende fan. In 2011 woonde hij 43 shows bij van Waters (30.000 km, Europa). In 2012 legde Simon 78.000 kilomers af om The Wall negen keer te zien in Zuid-Amerika en vijftien keer in de VS. Vanavond is hij weer op post.
"Ik ben woensdagavond in Machester vertrokken en heb geslapen bij mijn goede vriend Philippe in Brussel. Ik was echt van plan om het deze keer niet te doen, maar de prijzen van de vluchten zijn zo belachelijk laag ..."
Wat bezielt zo iemand?
"Je moet begrijpen dat het al lang niet meer uitsluitend om de shows gaat", schrijft hij op zijn blog bij een filmpje dat hij maakte van het
Atomium woesndagavond." "These are just the icing on the cake. Het draait ondertussen om vriendschap, ik ga mijn Wall-kameraden weer zien: Kevin, Kees, Ray, Philippe, Matt, Marc Oliver, ..."
En dus is Simon weer paraat. Hij heeft uitgerekend dat hij 21.000 kilometer gaat reizen deze zomer (Arnhem, Werchter, Padova, Rome, Oslo, Gothenburg, Boekarest, Sofia, Berlin, Düsseldorf, Manchester, Dublin en Paris) en hij heeft nog een formidabele primeur in petto voor ons, superheet van de plaat: Waters heeft zijn baard afgeschoren! Simon heeft het gezien op een "clandestiene" foto van tijdens de repetities.
Deze superfans lijden misschien aan een compulsieve afwijking. Anderen die we kennen zijn wel degelijk op zoek naar excuses om hun jeugd te herbeleven, of herhalingen van momenten van spirituele ontwaking. Maar het appeal van The Wall verder gaat dan wat freaky ouwe stoners en soixante-huitards.
Scroll naar beneden voor vervolg
Nog zo'n geval: Simon Wimpenny, die overigens ook blogt over zijn avonturen. IN 2010 reisde Simon 45.000 kilometer in het zog van Waters en zag 53 keer The Wall Live in de VS en in Canada. Voor alle duidelijkheid: als betalende fan. In 2011 woonde hij 43 shows bij van Waters (30.000 km, Europa). In 2012 legde Simon 78.000 kilomers af om The Wall negen keer te zien in Zuid-Amerika en vijftien keer in de VS. Vanavond is hij weer op post.
"Ik ben woensdagavond in Machester vertrokken en heb geslapen bij mijn goede vriend Philippe in Brussel. Ik was echt van plan om het deze keer niet te doen, maar de prijzen van de vluchten zijn zo belachelijk laag ..."
Wat bezielt zo iemand?
"Je moet begrijpen dat het al lang niet meer uitsluitend om de shows gaat", schrijft hij op zijn blog bij een filmpje dat hij maakte van het
Atomium woesndagavond." "These are just the icing on the cake. Het draait ondertussen om vriendschap, ik ga mijn Wall-kameraden weer zien: Kevin, Kees, Ray, Philippe, Matt, Marc Oliver, ..."
En dus is Simon weer paraat. Hij heeft uitgerekend dat hij 21.000 kilometer gaat reizen deze zomer (Arnhem, Werchter, Padova, Rome, Oslo, Gothenburg, Boekarest, Sofia, Berlin, Düsseldorf, Manchester, Dublin en Paris) en hij heeft nog een formidabele primeur in petto voor ons, superheet van de plaat: Waters heeft zijn baard afgeschoren! Simon heeft het gezien op een "clandestiene" foto van tijdens de repetities.
Deze superfans lijden misschien aan een compulsieve afwijking. Anderen die we kennen zijn wel degelijk op zoek naar excuses om hun jeugd te herbeleven, of herhalingen van momenten van spirituele ontwaking. Maar het appeal van The Wall verder gaat dan wat freaky ouwe stoners en soixante-huitards.
Scroll naar beneden voor vervolg
Oorlog is slecht, vrouwen zijn nog slechter
Tijd om de hand in eigen boezem te steken. Het zijn vaak kleine accidenten en toevalligheden die een mensenleven een bepaalde richting uitsturen. Alzo geschiedde eind 1982, toen mijn ouders mij meenamen naar de bioscoop waar ze naar de verfilming van Frederik van Eedens 'Van de koele meren des doods' gingen kijken, een film die "kinderen niet toegelaten" was. Ondergetekende, 13, moest dus naar een andere zaal, naar de enige andere film die startte op hetzelfde uur en waar wel "kinderen" naartoe mochten. Dat was 'The Wall' van Alan Parker, de verfilming van het gelijknamige album van Pink Floyd. In de commissie die de filmkeuring doet, zaten in 1982 wellicht uitsluitend blinden, want u raadt het ondertussen, het is nooit meer goed gekomen met ons Mickske.
Voor wie niet familiair is met The Wall, even de essentie. The Wall is een rockopera over een dolgedraaide en depressieve popster genaamd Pink (Roger Waters). We krijgen Pinks levensloop te zien, een opeenstapeling van trauma's (elke trauma is een steen in de metaforische muur die de protagonist rond zich optrekt), beginnend met de dood van zijn vader in de Tweede Wereldoorlog. Roger Waters real-life vader, Eric Fletcher Waters, sneuvelde tijdens Operation Shingle (de strijd om Anzio) in Italië in februari 1944, om maar te zeggen hoe letterlijk we The Wall mogen nemen. Vaderloos moet Pink/Roger afrekenen met een overbezorgde helicoptermama, met pesterijen op school van klasgenoten én boosaardige leraars. Geluk in de liefde wordt miserie wanneer zijn huwelijk op de klippen loopt omdat madam op een ander loopt wanneer de inmiddels rockster geworden Pink op tour is.
We zien vervolgens Pink compleet door het lint gaan achter de muur die hij rond zich heeft gebouwd met groupies, drugs, luxespeeltjes ...
Wanneer zijn manager hem volspuit met één of ander preparaat om Pink toch op het podium te krijgen, gaat hij hallucineren dat hij een neo-fascistische dictator is en dat zijn publiek hersenloze volgelingen zijn.
Of, de The Wall in Twitterversie: oorlog is slecht, vrouwen zijn nog slechter, kleine jongens hebben 'n papa nodig en beroemd worden maakt een megalomane Hitleriaan van je.
Tijd om de hand in eigen boezem te steken. Het zijn vaak kleine accidenten en toevalligheden die een mensenleven een bepaalde richting uitsturen. Alzo geschiedde eind 1982, toen mijn ouders mij meenamen naar de bioscoop waar ze naar de verfilming van Frederik van Eedens 'Van de koele meren des doods' gingen kijken, een film die "kinderen niet toegelaten" was. Ondergetekende, 13, moest dus naar een andere zaal, naar de enige andere film die startte op hetzelfde uur en waar wel "kinderen" naartoe mochten. Dat was 'The Wall' van Alan Parker, de verfilming van het gelijknamige album van Pink Floyd. In de commissie die de filmkeuring doet, zaten in 1982 wellicht uitsluitend blinden, want u raadt het ondertussen, het is nooit meer goed gekomen met ons Mickske.
Voor wie niet familiair is met The Wall, even de essentie. The Wall is een rockopera over een dolgedraaide en depressieve popster genaamd Pink (Roger Waters). We krijgen Pinks levensloop te zien, een opeenstapeling van trauma's (elke trauma is een steen in de metaforische muur die de protagonist rond zich optrekt), beginnend met de dood van zijn vader in de Tweede Wereldoorlog. Roger Waters real-life vader, Eric Fletcher Waters, sneuvelde tijdens Operation Shingle (de strijd om Anzio) in Italië in februari 1944, om maar te zeggen hoe letterlijk we The Wall mogen nemen. Vaderloos moet Pink/Roger afrekenen met een overbezorgde helicoptermama, met pesterijen op school van klasgenoten én boosaardige leraars. Geluk in de liefde wordt miserie wanneer zijn huwelijk op de klippen loopt omdat madam op een ander loopt wanneer de inmiddels rockster geworden Pink op tour is.
We zien vervolgens Pink compleet door het lint gaan achter de muur die hij rond zich heeft gebouwd met groupies, drugs, luxespeeltjes ...
Wanneer zijn manager hem volspuit met één of ander preparaat om Pink toch op het podium te krijgen, gaat hij hallucineren dat hij een neo-fascistische dictator is en dat zijn publiek hersenloze volgelingen zijn.
Of, de The Wall in Twitterversie: oorlog is slecht, vrouwen zijn nog slechter, kleine jongens hebben 'n papa nodig en beroemd worden maakt een megalomane Hitleriaan van je.
In 2010 reisde Simon 45.000 kilometer in het zog van Waters en zag 53 keer The Wall Live in de VS en in Canada. Voor alle duidelijkheid: als betalende fan. In 2011 woonde hij 43 shows bij van Waters (30.000 km, Europa). In 2012 legde Simon 78.000 kilomers af om The Wall negen keer te zien in Zuid-Amerika en vijftien keer in de VS. Vanavond is hij weer op post.
De liefdevolle dictator
Goed zot dus, maar griezelig dicht bij wat Waters zelf voelde in juli 1977 na een optreden in Montreal met Pink Floyd, toen hij ondermeer een fan minachtend in het gezicht spuwde en zijn tourmanager Steven O'Rourke ei zo na de kop insloeg. Waters werd die avond door producer Bob Ezrin in contact gebracht met een goeie vriend, een psychiater. De rocklegende wil dat de waterval aan frustraties, het ventileren van de vervreemding, verlaatangst en eenzaamheid aan die psychiater de bassist toen op het spoor zette van het concept van The Wall.
Pink Floyd anno '77-'78 moet overigens zowat het summum geweest zijn van rocksterren-zottigheid. Waters, Gilmour, Wright en Mason in vier aparte tourbussen, met de expliciete instructie aan de chauffeurs om die in een cirkel te parkeren met de deur naar buiten opdat de heren elkaar toch maar niet tegen het lijf zouden lopen voor het concert. Vier aparte hotels ook.
Het psychiaterverhaal moet wellicht met een korrel zout worden genomen, want feit is dat 'The Wall' behoorlijk leentjebuur speelt bij ondermeer 'Tommy' van The Who (vaderloze war-baby wordt rockster) en Bowie's 'Ziggy Stardust' (rockster wordt dictator). In 1967 kwam overigens de voorganger van de film The Wall uit: 'Privilege', een prent van Peter Watkins. 'Privilege' speelt zich af in de toenmalige nabije toekomst en gaat over een gedisillusioneerde popzanger (Paul Jones) die gemanipuleerd wordt in een rol van messiaanse leider. Er zitten scènes in die rockconcerten portretteren als Nurembergmeetings.
Terwijl het vandaag de dag moeilijk te begrijpen is, die hallucinaties van Pink als fascistisch dictator, is Waters' gedachtensprong niet eens
zo onlogisch. Dit is anno 2013 wellicht een no go, maar de opkomst van stadionconcerten in de seventies (Led Zeppelin, Queen, Bowie) omarmden een bepaalde allure van fascisme - de Wagneriaanse bombast, de decadente esthetica, ...
Goed zot dus, maar griezelig dicht bij wat Waters zelf voelde in juli 1977 na een optreden in Montreal met Pink Floyd, toen hij ondermeer een fan minachtend in het gezicht spuwde en zijn tourmanager Steven O'Rourke ei zo na de kop insloeg. Waters werd die avond door producer Bob Ezrin in contact gebracht met een goeie vriend, een psychiater. De rocklegende wil dat de waterval aan frustraties, het ventileren van de vervreemding, verlaatangst en eenzaamheid aan die psychiater de bassist toen op het spoor zette van het concept van The Wall.
Pink Floyd anno '77-'78 moet overigens zowat het summum geweest zijn van rocksterren-zottigheid. Waters, Gilmour, Wright en Mason in vier aparte tourbussen, met de expliciete instructie aan de chauffeurs om die in een cirkel te parkeren met de deur naar buiten opdat de heren elkaar toch maar niet tegen het lijf zouden lopen voor het concert. Vier aparte hotels ook.
Het psychiaterverhaal moet wellicht met een korrel zout worden genomen, want feit is dat 'The Wall' behoorlijk leentjebuur speelt bij ondermeer 'Tommy' van The Who (vaderloze war-baby wordt rockster) en Bowie's 'Ziggy Stardust' (rockster wordt dictator). In 1967 kwam overigens de voorganger van de film The Wall uit: 'Privilege', een prent van Peter Watkins. 'Privilege' speelt zich af in de toenmalige nabije toekomst en gaat over een gedisillusioneerde popzanger (Paul Jones) die gemanipuleerd wordt in een rol van messiaanse leider. Er zitten scènes in die rockconcerten portretteren als Nurembergmeetings.
Terwijl het vandaag de dag moeilijk te begrijpen is, die hallucinaties van Pink als fascistisch dictator, is Waters' gedachtensprong niet eens
zo onlogisch. Dit is anno 2013 wellicht een no go, maar de opkomst van stadionconcerten in de seventies (Led Zeppelin, Queen, Bowie) omarmden een bepaalde allure van fascisme - de Wagneriaanse bombast, de decadente esthetica, ...
The Wall in Twitterversie: oorlog is slecht, vrouwen zijn nog slechter, kleine jongens hebben 'n papa nodig en beroemd worden maakt een megalomane Hitleriaan van je.
The Edge ontmaskerd
Dat The Wall er ooit is gekomen, is op zich een klein wonder, dat Pink Floyd nog zes jaar aanmodderde erna zelfs een mirakel. "Roger Waters is wellicht één van de moeilijkste mensen op aarde om mee op te schieten", verklaarde drummer Nick Mason ooit, en dat was de meest amaibele en sociale uit de hoop. Richard Wright werd tijdens de opnames van The Wall aan de deur gezet als vast groepslid (maar bleef als betaald sessiemuzikant). Over alles, maar dan ook over alles wat je hoort op de plaat is ruzie gemaakt, vooral tussen Waters en Gilmour.
Die laatste was eigenlijk ook al niet veel meer dan een sessiemuzikant geworden. Hij krijgt co-productie credits, en writing credits voor drie
van de 26 tracks, wat Waters altijd omschreven heeft als een "nietszeggende geste". Los van wat PR-momenten voor de camera zorgden de vier bandleden ervoor om toch maar zeker niet samen in de studio te moeten zijn.
Ondanks zijn rol als quasi sessie-muzikant, herbergt The Wall de beste stukken gitaar van alle Floydalbums. Er zijn exemplarische solo's
('Comfortably Numb', 'Mother', 'Another Brick'), van de beste ooit opgenomen, en Gilmours multi-getrackte ritmeguitarspel, in het bijzonder de met effecten overladen funk-rockers 'Run like Helle' en 'Young Lust' zien hem een soort widescreengeluid pionieren dat later gekopieerd zou worden door ondermeer The Edge van U2, die er zijn trademark van zou maken.
Dat The Wall er ooit is gekomen, is op zich een klein wonder, dat Pink Floyd nog zes jaar aanmodderde erna zelfs een mirakel. "Roger Waters is wellicht één van de moeilijkste mensen op aarde om mee op te schieten", verklaarde drummer Nick Mason ooit, en dat was de meest amaibele en sociale uit de hoop. Richard Wright werd tijdens de opnames van The Wall aan de deur gezet als vast groepslid (maar bleef als betaald sessiemuzikant). Over alles, maar dan ook over alles wat je hoort op de plaat is ruzie gemaakt, vooral tussen Waters en Gilmour.
Die laatste was eigenlijk ook al niet veel meer dan een sessiemuzikant geworden. Hij krijgt co-productie credits, en writing credits voor drie
van de 26 tracks, wat Waters altijd omschreven heeft als een "nietszeggende geste". Los van wat PR-momenten voor de camera zorgden de vier bandleden ervoor om toch maar zeker niet samen in de studio te moeten zijn.
Ondanks zijn rol als quasi sessie-muzikant, herbergt The Wall de beste stukken gitaar van alle Floydalbums. Er zijn exemplarische solo's
('Comfortably Numb', 'Mother', 'Another Brick'), van de beste ooit opgenomen, en Gilmours multi-getrackte ritmeguitarspel, in het bijzonder de met effecten overladen funk-rockers 'Run like Helle' en 'Young Lust' zien hem een soort widescreengeluid pionieren dat later gekopieerd zou worden door ondermeer The Edge van U2, die er zijn trademark van zou maken.
Bob en Nile
Zonder producer Bob Ezrin zou The Wall er ook nooit gekomen zijn. Hij fungeerde ondermeer als go-between tussen de incommunicado bandleden. In de maanden na de release werd hij gelequideerd en persona non grata gemaakt door Waters naar aanleiding van een onnozelteit in de pers. Maar het was Ezrin die Pink Floyd aan de grootste hit uit hun carrière hielp.
Vraag maar aan Daft Punk, Bowie, Duran Duran, Diana Ross, Madonna en ontelbare anderen: als je vast zit in je carrière, wie bel je dan? Nile
Rodgers! 'Another Brick in the Wall, part 2' was in feite Floyds 'Get Lucky'. Ezrin had zitten luistervinken terwijl hij Nils Lofgren aan het
producen was in Power Station Studios in New York naar Chic, die in de studio ernaast 'Risqué' aan het opnemen waren.
Hij kon Dave Gilmour overtuigen om eens een paar discotheken te bezoeken en te luisteren naar wat daar zo spannend aan was. ("It wasn't my idea to do disco music, it was Bob's. He said to me, "Go to a couple of clubs and listen to what's happening with disco music," so I forced myself out and listened to loud, four-to-the-bar bass drums and stuff and thought, Gawd, awful! Then we went back and tried to turn one of the [song's] parts into one of those so it would be catchy.")
Kudos voor Gilmour voor hoe snel en hoe goed hij Nile Rodgers trukendoos onder de knie kreeg. Isoleer de slaggitaar op de tape van "Another Brick" en wat je hoort is Chic. Idem voor Mason: de drums zijn pure disco. Waters vond het allemaal maar niks ("Fuck it, we don't want a single"), en letterlijk en figuurlijk in het holst van de nacht en achter de rug van Waters bricoleerde Ezrin van een snippet van één minuut de single zoals we hem nu kennen. Zelfs de kinderen die het refrein zingen zijn Ezrins idee, het was iets wat hij eerder al bij Lou Reed en Alice Cooper had gedaan.
Ezrin forceerde nog iets anders in Waters' maag. Hij nam drum en bass apart op op 16 sporen, en kopieerde het resultaat naar een 24-sporen
tape. Waarna de drums en bass gereduceerd worden tot een paar tracks en andere instrumenten werden toegevoegd. Hij syncte vervolgens de originele 16-track met de nieuwe 24-sporen. Het procédé, dat het volle geluid van The Wall voor die tijd verklaart, leidde tot paniek bij Waters, die vermoedde dat Ezrin zijn basstracks wegdeed op de 24-sporen tape om zo meer plaats te kunnen maken voor Gilmours gitaren. Dit, echt, was de paranoïde mindset waarin The Wall werd opgenomen. ("I wondered how they functioned. Were they a band or a fucking board meeting?" aldus Ezrin).
Zonder producer Bob Ezrin zou The Wall er ook nooit gekomen zijn. Hij fungeerde ondermeer als go-between tussen de incommunicado bandleden. In de maanden na de release werd hij gelequideerd en persona non grata gemaakt door Waters naar aanleiding van een onnozelteit in de pers. Maar het was Ezrin die Pink Floyd aan de grootste hit uit hun carrière hielp.
Vraag maar aan Daft Punk, Bowie, Duran Duran, Diana Ross, Madonna en ontelbare anderen: als je vast zit in je carrière, wie bel je dan? Nile
Rodgers! 'Another Brick in the Wall, part 2' was in feite Floyds 'Get Lucky'. Ezrin had zitten luistervinken terwijl hij Nils Lofgren aan het
producen was in Power Station Studios in New York naar Chic, die in de studio ernaast 'Risqué' aan het opnemen waren.
Hij kon Dave Gilmour overtuigen om eens een paar discotheken te bezoeken en te luisteren naar wat daar zo spannend aan was. ("It wasn't my idea to do disco music, it was Bob's. He said to me, "Go to a couple of clubs and listen to what's happening with disco music," so I forced myself out and listened to loud, four-to-the-bar bass drums and stuff and thought, Gawd, awful! Then we went back and tried to turn one of the [song's] parts into one of those so it would be catchy.")
Kudos voor Gilmour voor hoe snel en hoe goed hij Nile Rodgers trukendoos onder de knie kreeg. Isoleer de slaggitaar op de tape van "Another Brick" en wat je hoort is Chic. Idem voor Mason: de drums zijn pure disco. Waters vond het allemaal maar niks ("Fuck it, we don't want a single"), en letterlijk en figuurlijk in het holst van de nacht en achter de rug van Waters bricoleerde Ezrin van een snippet van één minuut de single zoals we hem nu kennen. Zelfs de kinderen die het refrein zingen zijn Ezrins idee, het was iets wat hij eerder al bij Lou Reed en Alice Cooper had gedaan.
Ezrin forceerde nog iets anders in Waters' maag. Hij nam drum en bass apart op op 16 sporen, en kopieerde het resultaat naar een 24-sporen
tape. Waarna de drums en bass gereduceerd worden tot een paar tracks en andere instrumenten werden toegevoegd. Hij syncte vervolgens de originele 16-track met de nieuwe 24-sporen. Het procédé, dat het volle geluid van The Wall voor die tijd verklaart, leidde tot paniek bij Waters, die vermoedde dat Ezrin zijn basstracks wegdeed op de 24-sporen tape om zo meer plaats te kunnen maken voor Gilmours gitaren. Dit, echt, was de paranoïde mindset waarin The Wall werd opgenomen. ("I wondered how they functioned. Were they a band or a fucking board meeting?" aldus Ezrin).
The Wall anno 2013 is, zegt Waters, een zuiver politieke affaire. "The Wall staat nu symbool voor de muur die overheden aan het optrekken zijn tegen hun eigen burgers. Het zijn niet per se leraars, moeders of lieven die ons nu zeggen waar we bang voor moeten zijn, en wie aan de andere kant van de muur moet zitten en wie anders is dan wij; dat is de specialiteit van onze machthebbers geworden.
Een andere muur
Toen ze op het hoofdkwartier van platenfirma Columbia in Century City een eerste keer The Wall kregen te horen, was dit de letterlijke reactie: "This is terrible. It's rubbish. What are we going to do?" Columbia had gehoopt op 'Dark Side of the Moon', part deux en kreeg een Kurt Weill-style opera, militaire fanfares, heavy metal pastiches, disco, en soms klonk het zelfs als de Beach Boys.
Maar dat laatste is wellicht het grote geheim van het appeal van The Wall: het is de plaat waar één van de belangrijkste groepen uit de
popgeschiedenis muzikaal buiten haar paden treedt, opzuigt wat er aan het gebeuren is (zowel muzikaal met disco en NWOBHM als thematisch, de opgang van extreem-rechts stond te gebeuren, de Falklandoorlog ook), en zich eigen maakt. Het is het beste en het slechtste van de sixties en seventies in anderhalf uur geperst.
De pers was ook bijna unaniem om de hakbijl boven te halen. Dit was een muzikale grootheidswaanzin, het geluid van een schatrijke midlifer met een narcistische persoonlijkheidsstoornis. Bombastisch, pretentieus, een monumentaal egocentrisch melodrame. Het platenkopende publiek zag dat enigszins anders. Afhankelijk van de bron is The Wall het derde of twaalfde best verkochte album ooit. Er gaan er elk jaar nog een paar miljoen van over de toonbank wereldwijd.
Ironisch (pervers) is dat de plaat die geïnspireerd werd door Waters' degout om in stadions te spelen, perfect is blijkbaar om gespeeld te
worden in stadions. In de originele plannen van de eerste Wall-tour in 1980 wou Waters het vliegende varken van Pink Floyd laten schijten op
het publiek. Dat Waters nu wel stadia speelt, en The Wall "uitmelkt", komt volgens critici op hetzelfde neer.
"Kijk, The Wall is niet langer het verhaal van een bang manneke dat wegkruipt achter een muur", zegt Roger Waters daar zelf op. "Ik probeer een bredere kijk op de dingen neer te zetten. Ik heb nogal wat meegemaakt op persoonlijk vlak, en mij daar ook over kunnen zetten, en als resultaat hoef ik niet meer per se mezelf en andere individuen te beoordelen zoals ik dat pleegde te doen."
The Wall anno 2013 is, zegt Waters, een zuiver politieke affaire. "The Wall staat nu symbool voor de muur die overheden aan het optrekken zijn tegen hun eigen burgers. Het zijn niet per se leraars, moeders of lieven die ons nu zeggen waar we bang voor moeten zijn, en wie aan de andere kant van de muur moet zitten en wie anders is dan wij; dat is de specialiteit van onze machthebbers geworden."
Scroll naar beneden voor vervolg
Toen ze op het hoofdkwartier van platenfirma Columbia in Century City een eerste keer The Wall kregen te horen, was dit de letterlijke reactie: "This is terrible. It's rubbish. What are we going to do?" Columbia had gehoopt op 'Dark Side of the Moon', part deux en kreeg een Kurt Weill-style opera, militaire fanfares, heavy metal pastiches, disco, en soms klonk het zelfs als de Beach Boys.
Maar dat laatste is wellicht het grote geheim van het appeal van The Wall: het is de plaat waar één van de belangrijkste groepen uit de
popgeschiedenis muzikaal buiten haar paden treedt, opzuigt wat er aan het gebeuren is (zowel muzikaal met disco en NWOBHM als thematisch, de opgang van extreem-rechts stond te gebeuren, de Falklandoorlog ook), en zich eigen maakt. Het is het beste en het slechtste van de sixties en seventies in anderhalf uur geperst.
De pers was ook bijna unaniem om de hakbijl boven te halen. Dit was een muzikale grootheidswaanzin, het geluid van een schatrijke midlifer met een narcistische persoonlijkheidsstoornis. Bombastisch, pretentieus, een monumentaal egocentrisch melodrame. Het platenkopende publiek zag dat enigszins anders. Afhankelijk van de bron is The Wall het derde of twaalfde best verkochte album ooit. Er gaan er elk jaar nog een paar miljoen van over de toonbank wereldwijd.
Ironisch (pervers) is dat de plaat die geïnspireerd werd door Waters' degout om in stadions te spelen, perfect is blijkbaar om gespeeld te
worden in stadions. In de originele plannen van de eerste Wall-tour in 1980 wou Waters het vliegende varken van Pink Floyd laten schijten op
het publiek. Dat Waters nu wel stadia speelt, en The Wall "uitmelkt", komt volgens critici op hetzelfde neer.
"Kijk, The Wall is niet langer het verhaal van een bang manneke dat wegkruipt achter een muur", zegt Roger Waters daar zelf op. "Ik probeer een bredere kijk op de dingen neer te zetten. Ik heb nogal wat meegemaakt op persoonlijk vlak, en mij daar ook over kunnen zetten, en als resultaat hoef ik niet meer per se mezelf en andere individuen te beoordelen zoals ik dat pleegde te doen."
The Wall anno 2013 is, zegt Waters, een zuiver politieke affaire. "The Wall staat nu symbool voor de muur die overheden aan het optrekken zijn tegen hun eigen burgers. Het zijn niet per se leraars, moeders of lieven die ons nu zeggen waar we bang voor moeten zijn, en wie aan de andere kant van de muur moet zitten en wie anders is dan wij; dat is de specialiteit van onze machthebbers geworden."
Scroll naar beneden voor vervolg
The Wall Live is iets dat je als rockfan moet gezien hebben, toch één keer in je leven. Een beetje zoals Las Vegas. Roger Waters mag dan niet de sympathiekste en makkelijkste jongen uit de klas zijn, om een mede-concertganger te parafraseren: the motherfucker knows how to put on a show.
Wat ons weer naar de Gelredome brengt, en het concert dat we gisterenavond zagen. Om te beginnen: The Wall zoals u hem morgen te zien krijgt in Werchter omschrijven en beoordelen als een rockconcert is onzin. The Wall Live, in z'n laatste geupdate fase, is een totaalspektakel, uniek in z'n soort.
Als we zeggen dat u ogen tekort gaat komen, dan is dat ook zo. De eerste vijf minuten zijn een ware aanslag op je zintuigen: 'In the flesh'
wordt ingeleid met een stukje veelzeggende dialoog uit Stanley Kubricks 'Spartacus', het stukje waar de Romeinen proberen de andere slaven te overtuigen om Spartacus te verraden ('I am Spartacus'). Het culmineert in een bombast van licht, rook, vuurwerk en zelfs een replica van een Messerschmitt BF 109 die boven je hoofd komt aanscheren uit het niets en te pletter stort tegen de muur.
Dat gebeurt allemaal in echt surroundgeluid: het komt van voor, van links, van rechts, van achter en van boven. Hoe ze dat gaan flikken in
Werchter, op een wei, is me een raadsel, want in zo'n stadion met dak zijn er toestanden genoeg om luidsprekers aan te hangen, maar hoe doe je dat op een festivalterrein?
En dat is nog maar het begin. We beperken ons tot een paar hoogtepunten. Zoals uiteraard 'Another brick in The Wall, part 2', waar telkens een plaatselijk kinderkoor voor ingeschakeld wordt. De kids uit Arnhem deden het in elk geval uitstekend, ook al omdat het meer behelst dan gewoon "We don't need no education etc' te kelen. Het is ook tijdens dit nummer dat de eerste van de marionetten opgevoerd wordt. Niet zomaar een pop, eentje van 15 meter hoog.
Wie overigens gevoelig is aan maatschappijkritiek, blijft best weg zaterdag. The Wall anno 2013 zit tsjokvol confronterende anti. Anti-overheid ("Mother, should I trust the government? NO. FUCKING. WAY.); anti-corporate en anti-georganiseerde religie ook (B-52's die in plaats van bommen de logo's van multinationals en de symbolen van de belangrijkste godsdiensten lossen). Er worden heel concreet een pak wantoestanden aan de kaak gesteld, en, op een heel efficiënte manier.
Zo krijg je op een bepaald moment, geprojecteerd op een scherm van 150 meter, de echte opnames te zien van hoe twee ongewapende Irakese cameramannen door een Amerikaanse scherpschutter doodgeschoten worden, inclusief de dialoog ("Light 'm up!).
Onze verslaving aan reality tv, aan seks, aan CCTV ... het passeert allemaal in widescreen, gekoppeld aan enkele van de meest memorabele heroïsche riffs uit de rock 'n' roll-hymnografie, live gespeeld, door een stel klassemuzikanten, Snowy White en Dave Kilminster op kop. En moest u het zich afvragen: het vliegend varken is ook op post, en maakt dank zij de wonderen der hedendaagse techniek ook echt een tocht over het hele publiek.
The Wall Live vergt behoorlijk wat van het publiek, en gelukkig zijn er de wat mindere overgangsmomenten om even tot rust te komen, maar zelfs dan, vervelen doet het nooit en de volgende barrage van megamultimedia laat hooguit vijf minuten op zich wachten. Waters is ook veranderd als entertainer op het podium, het vroeger nogal evidente misprijzen is weg, en de man ging verschillende keren uit zijn weg om zich sympathiek te maken bij het publiek. Het kreeg zelfs Bono-achtige dimensies tijdens 'Comfortably Numb' (bijzonder sterk en de legendarische solo schitterend gespeeld door Kilminster, 12 meter hoog in de lucht) en 'Run like Hell'.
Wie een kaartje heeft voor zaterdag zit op rozen, wie er nog geen heeft en twijfelt: gaan. The Wall Live is iets dat je als rockfan moet gezien hebben, toch één keer in je leven. Een beetje zoals Las Vegas.
Als we zeggen dat u ogen tekort gaat komen, dan is dat ook zo. De eerste vijf minuten zijn een ware aanslag op je zintuigen: 'In the flesh'
wordt ingeleid met een stukje veelzeggende dialoog uit Stanley Kubricks 'Spartacus', het stukje waar de Romeinen proberen de andere slaven te overtuigen om Spartacus te verraden ('I am Spartacus'). Het culmineert in een bombast van licht, rook, vuurwerk en zelfs een replica van een Messerschmitt BF 109 die boven je hoofd komt aanscheren uit het niets en te pletter stort tegen de muur.
Dat gebeurt allemaal in echt surroundgeluid: het komt van voor, van links, van rechts, van achter en van boven. Hoe ze dat gaan flikken in
Werchter, op een wei, is me een raadsel, want in zo'n stadion met dak zijn er toestanden genoeg om luidsprekers aan te hangen, maar hoe doe je dat op een festivalterrein?
En dat is nog maar het begin. We beperken ons tot een paar hoogtepunten. Zoals uiteraard 'Another brick in The Wall, part 2', waar telkens een plaatselijk kinderkoor voor ingeschakeld wordt. De kids uit Arnhem deden het in elk geval uitstekend, ook al omdat het meer behelst dan gewoon "We don't need no education etc' te kelen. Het is ook tijdens dit nummer dat de eerste van de marionetten opgevoerd wordt. Niet zomaar een pop, eentje van 15 meter hoog.
Wie overigens gevoelig is aan maatschappijkritiek, blijft best weg zaterdag. The Wall anno 2013 zit tsjokvol confronterende anti. Anti-overheid ("Mother, should I trust the government? NO. FUCKING. WAY.); anti-corporate en anti-georganiseerde religie ook (B-52's die in plaats van bommen de logo's van multinationals en de symbolen van de belangrijkste godsdiensten lossen). Er worden heel concreet een pak wantoestanden aan de kaak gesteld, en, op een heel efficiënte manier.
Zo krijg je op een bepaald moment, geprojecteerd op een scherm van 150 meter, de echte opnames te zien van hoe twee ongewapende Irakese cameramannen door een Amerikaanse scherpschutter doodgeschoten worden, inclusief de dialoog ("Light 'm up!).
Onze verslaving aan reality tv, aan seks, aan CCTV ... het passeert allemaal in widescreen, gekoppeld aan enkele van de meest memorabele heroïsche riffs uit de rock 'n' roll-hymnografie, live gespeeld, door een stel klassemuzikanten, Snowy White en Dave Kilminster op kop. En moest u het zich afvragen: het vliegend varken is ook op post, en maakt dank zij de wonderen der hedendaagse techniek ook echt een tocht over het hele publiek.
The Wall Live vergt behoorlijk wat van het publiek, en gelukkig zijn er de wat mindere overgangsmomenten om even tot rust te komen, maar zelfs dan, vervelen doet het nooit en de volgende barrage van megamultimedia laat hooguit vijf minuten op zich wachten. Waters is ook veranderd als entertainer op het podium, het vroeger nogal evidente misprijzen is weg, en de man ging verschillende keren uit zijn weg om zich sympathiek te maken bij het publiek. Het kreeg zelfs Bono-achtige dimensies tijdens 'Comfortably Numb' (bijzonder sterk en de legendarische solo schitterend gespeeld door Kilminster, 12 meter hoog in de lucht) en 'Run like Hell'.
Wie een kaartje heeft voor zaterdag zit op rozen, wie er nog geen heeft en twijfelt: gaan. The Wall Live is iets dat je als rockfan moet gezien hebben, toch één keer in je leven. Een beetje zoals Las Vegas.
Roger Waters mag dan niet de sympathiekste en makkelijkste jongen uit de klas zijn, om een mede-concertganger te parafraseren: the motherfucker knows how to put on a show.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten