De meeste mensen en ook dieren hebben genoeg van de lange, koude winter, maar er zijn er ook die voordeel halen uit het barre weer van de voorbije maanden. Uit de eerste tellingen blijkt dat het aantal padden in de lift zit.
De voorbije maand zijn er tijdens de voorjaarstrek 87 procent meer padden geteld in vergelijking met 2007, zo blijkt uit de eerste, voorlopige telresultaten. Die positieve trend kan er volgens Natuurpunt op wijzen dat de populatie zich herstelt, na een terugloop met veertig procent in 2007.
Volgens het KMI was de gemiddelde temperatuur de afgelopen winter met 1,8 graden normaal. Dat staat in schril contrast tot 6,6 graden in 2007 en 5,6 graden in 2008, respectievelijk de warmste en de op een na warmste winter sinds de metingen in 1833.
'Door die hoge temperatuur verbranden amfibieën tijdens de winterslaap hun vetreserves veel te snel en beginnen ze verzwakt aan het voortplantingsseizoen. Tijdens normale of koude winters verloopt de stofwisseling heel traag en worden vetreserves langzaam opgebruikt', legt Dominique Verbelen van Natuurpunt, uit.
'Nog geen reden tot euforie'
'Op basis van de eerste resultaten van 2010 blijkt het aantal overgezette padden per locatie gemiddeld 87 procent hoger te liggen dan in 2007. Toen daalde dat aantal spectaculair met veertig procent. De eerste analyse toont dus aan dat bij normale klimatologische omstandigheden een aantal soorten zich snel kan herpakken', aldus Verbelen. 'Dit is echter geen reden tot euforie. Warme winters lijken de laatste jaren immers steeds vaker voor te komen'.
Op basis van de paddenindex, een gestandaardiseerde methode om de voorjaarstrek in kaart te brengen, wil Natuurpunt de impact van het klimaat op de paddenpopulaties opvolgen. Dit jaar ging de paddentrek extreem laat van start, op 17 maart, en eindigde hij begin april.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten