Tekening: http://www.josthommassen.nl/center.htm
Ik heb begrepen dat er in België enige commotie is rond de boycot tegen Sporza. De kijkers kregen in het Tourprogramma 'Vive le Vélo' mee dat het komt omdat deze zender te veel insinuaties over doping bevatte en dat ze te negatief zou zijn tegen Astana. Wel, dat is onjuiste informatie. Ik boycot Michel Wuyts. Ik ben het oneens met het commentaar dat hij geeft en gegeven heeft de jongste jaren. Ik vind dat hij in het verleden te veel anti-Discovery Channel was, te veel anti-Bruyneel, te veel anti-Armstrong.
De druppel die de emmer deed overlopen was de column die hij in de Wielergids van Sport Wielermagazine schreef bij het begin van het wegseizoen. Daarin beschrijft hij o.a. hoe Armstrong een Tour rijdt. Ik zal die column op mijn website www.johanbruyneel.com en mijn twitterblog zetten zodat iedereen een oordeel kan vellen. Die column is erover.
Vanaf die dag heb ik een beslissing genomen. Ik blijf achter mijn besluit staan. Het is te gemakkelijk om geen aandacht aan deze houding van mij te besteden. Er gingen maanden over. Tot de vooravond van de Tour. Ineens was het dan in Brussel alle hens aan dek om een oplossing te vinden. Zo steek ik niet in elkaar. Dan worden collega's op pad gestuurd met een microfoon. Zo werkt het niet onder grote mensen. Mijn boycot tegen de Sporza-zender van VRT draait om de figuur van Michel Wuyts. Als journalist is hij natuurlijk vrij om te denken en te zeggen wat hij wil. Ik respecteer de vrijheid van de pers. Het is een beginsel van elke serieuze grondwet. Michel Wuyts heeft mij niet nodig en ik heb Michel Wuyts net zo min niet nodig. Hij staat echter wel voor het boegbeeld van de wielersport op de Vlaamse televisie. De uitleg dat er volgens Bruyneel te veel gepraat wordt over doping op tv, slaat nergens op. Het gaat over de niet objectiviteit van Michel Wuyts. Veel mensen hebben me destijds brieven gestuurd waarom er altijd zo over ons werd gesproken.
Ik ben niet van plan om me aan te passen. Zij die het meest gestraft zijn door deze situatie zijn de Sporza-mensen zelf. Onthoud ik de kijkers dan Armstrong en quotes van Contador en andere collega's? Ze kunnen naar alle andere televisiestations kijken. Van Amerika tot Kazachstan. Voor de NOS bijvoorbeeld praten we wel. Ik heb begrepen dat veel mensen naar daar uitwijken. De VRT is vrij haar microfoons bij te schuiven, maar we steken geen tijd meer in individuele interviews met Sporza. Het klopt dat Lance Armstrong bizar reageerde toen onze woordvoerder Philippe Maertens hem het signaal gaf dat hij niet kon praten met Renaat Schotte namens Sporza. We hadden het erover dinsdagavond in het rennershotel. Hij wist niet van mijn houding af. Hij maakt er geen problemen rond en zal navenant handelen.
De druppel die de emmer deed overlopen was de column die hij in de Wielergids van Sport Wielermagazine schreef bij het begin van het wegseizoen. Daarin beschrijft hij o.a. hoe Armstrong een Tour rijdt. Ik zal die column op mijn website www.johanbruyneel.com en mijn twitterblog zetten zodat iedereen een oordeel kan vellen. Die column is erover.
Vanaf die dag heb ik een beslissing genomen. Ik blijf achter mijn besluit staan. Het is te gemakkelijk om geen aandacht aan deze houding van mij te besteden. Er gingen maanden over. Tot de vooravond van de Tour. Ineens was het dan in Brussel alle hens aan dek om een oplossing te vinden. Zo steek ik niet in elkaar. Dan worden collega's op pad gestuurd met een microfoon. Zo werkt het niet onder grote mensen. Mijn boycot tegen de Sporza-zender van VRT draait om de figuur van Michel Wuyts. Als journalist is hij natuurlijk vrij om te denken en te zeggen wat hij wil. Ik respecteer de vrijheid van de pers. Het is een beginsel van elke serieuze grondwet. Michel Wuyts heeft mij niet nodig en ik heb Michel Wuyts net zo min niet nodig. Hij staat echter wel voor het boegbeeld van de wielersport op de Vlaamse televisie. De uitleg dat er volgens Bruyneel te veel gepraat wordt over doping op tv, slaat nergens op. Het gaat over de niet objectiviteit van Michel Wuyts. Veel mensen hebben me destijds brieven gestuurd waarom er altijd zo over ons werd gesproken.
Ik ben niet van plan om me aan te passen. Zij die het meest gestraft zijn door deze situatie zijn de Sporza-mensen zelf. Onthoud ik de kijkers dan Armstrong en quotes van Contador en andere collega's? Ze kunnen naar alle andere televisiestations kijken. Van Amerika tot Kazachstan. Voor de NOS bijvoorbeeld praten we wel. Ik heb begrepen dat veel mensen naar daar uitwijken. De VRT is vrij haar microfoons bij te schuiven, maar we steken geen tijd meer in individuele interviews met Sporza. Het klopt dat Lance Armstrong bizar reageerde toen onze woordvoerder Philippe Maertens hem het signaal gaf dat hij niet kon praten met Renaat Schotte namens Sporza. We hadden het erover dinsdagavond in het rennershotel. Hij wist niet van mijn houding af. Hij maakt er geen problemen rond en zal navenant handelen.
Column uit Sportmagazine van Michel Wuytsn - Armstrong rijdt de Tour
Lance Armstrong rijdt de Tour. Naar eigen zeggen toch. Ik kan me niet voostellen dat hij dat in het peloton doet. Is toch niets voor hem. Verloren in een kudde van minderbedeelden, van talentlozen, van mindere ikjes. Stel je voor dat die hem voor de wielen rijden. Of erger nog, in het oog van de camera. Kan toch niet? Armstrong moet op dat scherm. Dat is toch wat zijn ego betaamt. Dat is waar de wereld voor betaalt. Daarom zeg ik: stuur die jongen vooraf op pad. Met een volgspot. Neen, niet de dag van de rit zelf. Daags voordien. Dan zijn alle wielerblikken met zekerheid op hem gericht.Ik stel mij dat zo voor. Van Monte Carlo over Barcelona tot de Elysées rijdt Zijne Majesteit zijn Tour alleen. Neen, niet moederziel. Goed omringd, natuurlijk. Zes bewapende leden van de Garde Républicaine bollen voor hem uit. Kwestie van zekerheid in te bouwen. Een leverslag is vlug gegeven. In zijn zog tuffen vier televisiemotoren, tien commentatoren, vijftig fotografen en een paar gepantserde volgauto’s van de Kazakse staatsveiligheid. Niet geblindeerd. In een sfeer van openheid is dat volkomen zinloos. In de eerste glundert vanzelfsprekend Johan Bruyneel. Eenentwintig dagen in de schijnwerpers pak je zo’n honderd percent betrouwbare, eenvoudige West-Vlaamse jongen toch niet af. In de tweede zetelt Nazarbayev. Ook de president geniet, maar waakt tevens over de verzorger met dienst. Alexander Vinokourov reikt als de boss daar om vraagt nederig de musette aan. Mooi toch, dat Astana die verschoppeling nog een Tourstek gunt. Links en rechts staan hagen van mensen. Wel vier rijen dik. Zij zijn niet spontaan naar buitengekomen. Betaald met verloren gewaande dollars van Lehman Brothers, wordt gefluisterd. Maar laat me dat als achterklap bestempelen. Maakt niet uit. Armstrong schittert als nooit. Hij draagt gelegenheidsgeel en een opvallende lone star op de borst. Maar het meest van al maakt hij indruk met zijn brede longhornhelm. Die hoorns maken hem stekelig als vanouds. Zie hem in wilde draf de Ventoux bestormen. Een losgeslagen bull door de stenen woestenij. Zonder ook maar de minste tegenstand, of een schamel olifantje dat hij alsnog de zege te gunt. Eindelijk eerste boven. Aan hem de triomf. Het ultieme wielerheiligdom veroverd. Bruyneel weent. Het is volbracht.De dag erop betwist het peloton zijn Tour. De echte dan. In volslagen anonimiteit. Niet één camera, niet één fototoestel in aanslag. Maar wel geheel volgens het boekje. Met alleen geloofwaardigen aan boord. In een sombere sfeer van doelloosheid. Schleck en Sastre, Evans en Kloeden, zinlozer is geen koersbestaan. Ergens achteraan bengelt een jongen met ooit een felle blik. Zijn ogen zijn nu flets, zijn klimmersbenen breekbaar als sprokkelstokjes. Alberto Contador is de schandelijke persconferentie van begin december nooit te boven gekomen. Hij, winnaar van alle grote ronden, moest na Armstrong op de stoel. Een blunder van formaat. Pover management. De zaal liep leeg. Contador ook. Arme Madrileen. Ik heb met hem te doen.
Lance Armstrong rijdt de Tour. Naar eigen zeggen toch. Ik kan me niet voostellen dat hij dat in het peloton doet. Is toch niets voor hem. Verloren in een kudde van minderbedeelden, van talentlozen, van mindere ikjes. Stel je voor dat die hem voor de wielen rijden. Of erger nog, in het oog van de camera. Kan toch niet? Armstrong moet op dat scherm. Dat is toch wat zijn ego betaamt. Dat is waar de wereld voor betaalt. Daarom zeg ik: stuur die jongen vooraf op pad. Met een volgspot. Neen, niet de dag van de rit zelf. Daags voordien. Dan zijn alle wielerblikken met zekerheid op hem gericht.Ik stel mij dat zo voor. Van Monte Carlo over Barcelona tot de Elysées rijdt Zijne Majesteit zijn Tour alleen. Neen, niet moederziel. Goed omringd, natuurlijk. Zes bewapende leden van de Garde Républicaine bollen voor hem uit. Kwestie van zekerheid in te bouwen. Een leverslag is vlug gegeven. In zijn zog tuffen vier televisiemotoren, tien commentatoren, vijftig fotografen en een paar gepantserde volgauto’s van de Kazakse staatsveiligheid. Niet geblindeerd. In een sfeer van openheid is dat volkomen zinloos. In de eerste glundert vanzelfsprekend Johan Bruyneel. Eenentwintig dagen in de schijnwerpers pak je zo’n honderd percent betrouwbare, eenvoudige West-Vlaamse jongen toch niet af. In de tweede zetelt Nazarbayev. Ook de president geniet, maar waakt tevens over de verzorger met dienst. Alexander Vinokourov reikt als de boss daar om vraagt nederig de musette aan. Mooi toch, dat Astana die verschoppeling nog een Tourstek gunt. Links en rechts staan hagen van mensen. Wel vier rijen dik. Zij zijn niet spontaan naar buitengekomen. Betaald met verloren gewaande dollars van Lehman Brothers, wordt gefluisterd. Maar laat me dat als achterklap bestempelen. Maakt niet uit. Armstrong schittert als nooit. Hij draagt gelegenheidsgeel en een opvallende lone star op de borst. Maar het meest van al maakt hij indruk met zijn brede longhornhelm. Die hoorns maken hem stekelig als vanouds. Zie hem in wilde draf de Ventoux bestormen. Een losgeslagen bull door de stenen woestenij. Zonder ook maar de minste tegenstand, of een schamel olifantje dat hij alsnog de zege te gunt. Eindelijk eerste boven. Aan hem de triomf. Het ultieme wielerheiligdom veroverd. Bruyneel weent. Het is volbracht.De dag erop betwist het peloton zijn Tour. De echte dan. In volslagen anonimiteit. Niet één camera, niet één fototoestel in aanslag. Maar wel geheel volgens het boekje. Met alleen geloofwaardigen aan boord. In een sombere sfeer van doelloosheid. Schleck en Sastre, Evans en Kloeden, zinlozer is geen koersbestaan. Ergens achteraan bengelt een jongen met ooit een felle blik. Zijn ogen zijn nu flets, zijn klimmersbenen breekbaar als sprokkelstokjes. Alberto Contador is de schandelijke persconferentie van begin december nooit te boven gekomen. Hij, winnaar van alle grote ronden, moest na Armstrong op de stoel. Een blunder van formaat. Pover management. De zaal liep leeg. Contador ook. Arme Madrileen. Ik heb met hem te doen.
Jan Hoet in de Tour: 'Beetje EPO kan geen kwaad'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten