4 juli 2009

Inteelt




Wat is inteelt?
Inteelt is het kruisen van verwante dieren. Doordat er dieren gekruist worden die door verwantschap een aantal overeenkomende genen hebben, wordt de diversiteit onder de aanwezige genen kleiner. De dieren worden hierdoor minder sterk, zijn vaak minder mooi, kunnen groeistoornissen krijgen, blijven kleiner, zijn minder vruchtbaar en kunnen vatbaarder zijn voor ziekten. Een bekende aanduiding dat er sprake is van inteelt, is de aanwezigheid van misvormingen zoals een gehoekte ruggegraat of 'knik' in de staart.
Iedereen kent de verhalen over bepaalde dorpen waarvan de gemeenschap langere tijd weinig contact heeft met de buitenwereld, waardoor generaties lang een partner gevonden werd in de eigen, kleine gemeenschap. Na verloop van eeuwen is vrijwel iedereen in die gemeenschap min of meer genetisch verwant. Hierdoor steken bepaalde erfelijke ziekten de kop op, en worden er steeds meer kinderen geboren met een geestelijke of lichamelijke afwijking. Bij rashonden zijn hier ook een aantal bekende voorbeelden van: toen de Golden Retriever een aantal geleden plots een populaire hond was, nam een aantal broodfokkers het niet zo nauw met het voorkomen van inteelt en selectie op bepaalde kenmerken zodat er bloedlijnen ontstonden waarin heupdysplasie en agressie beduidend meer voorkwam. Het 'vuilnisbakkie', een mix van rassen die geen directe verwantschap hebben, wordt niet voor niets gemiddeld 5 jaar ouder dan een rashond!

Zoals bij alle dieren waarmee gefokt wordt, ligt ook bij Tropheus-kweek het gevaar van inteelt op de loer. Hoewel inteelt goed is te voorkomen, zien we maar al te vaak dat er vaak wordt doorgefokt met vissen die uit hetzelfde nest afkomstig zijn. Bij vissen die zeer weinig geïmporteerd worden, zien we dit ook: de genetische basis van de kweek is dan zeer smal, waardoor een soort na korte tijd (enkele generaties) niet meer in 'omloop' is doordat de vissen die in de aquaria rondzwemmen niet meer mooi zijn, slecht kweken en snel ziek zijn: de liefhebber verliest interesse.
Aangezien dezelfde soorten vissen bij meerdere liefhebbers aangetroffen worden, moet het uitwisselen van mannelijke of vrouwelijke vissen toch weinig problemen opleveren. Zo kan bij de aanschaf van een groep nakweek Tropheus het best op meerdere adressen dezelfde soorten aangekocht worden, of kan er geruild worden met de mannelijke exemplaren zodra de groep volwassen is. Dit is ook een reden van de populariteit van wildvangnakweek-exemplaren: in de volksmond heet het dat dat mooiere en betere vissen zouden zijn, maar in het echt is het zo dat deze dieren vrijwel zeker geen inteeltproducten zijn. Wanneer de regels voor goede kweek (lees: het uitwisselen van 'bloed' of het aankopen van 'vers bloed' EN het laten opgroeien van de jongen in de groep) in acht worden genomen, zullen gewone nakweekexemplaren weinig minder mooi zijn dan wildvangnakweekdieren.

Wildvangnakweek wordt ook wel F1 (eerste generatie) genoemd.
De eerste en meest voorkomende vorm van inteelt begint wanneer we ons eerste nestje in het aquarium hebben. Het zijn jongen van onze vissen die we in de winkel kochten. Deze vissen zijn van gelijke grootte in de winkel en het zijn meestal broers en zusters uit hetzelfde nest of dezelfde lijn.
Dus we zitten al aan F2 zonder dat we het beseffen.
Deze vorm is eigenlijk de gevaarlijkste vind ik persoonlijk.
Zeker bij levendbarenden worden deze veelal doorverkocht of gegeven waar er terug mee gekweekt wordt en zo maar verder en verder. Tot je uiteindelijk geen vitale jongen meer krijgt met zwakke dieren tot gevolg die vatbaar zijn voor ziektes.
Ik noem dit ongecontroleerde vorm van inteelt die helaas niet tegen te houden is.
Meestal uit teveel inteelt zich door een afname van vitaliteit. Onze vissen kunnen wel wat aan op het gebied van inteelt. Volgens mij kan je best tot F15 gaan zonder veel afneembare vitaliteit te merken.
Waarom zetten we nu geen dier van een andere bloedlijn in? Dit is perfect mogelijk en zal merkbaar zijn aan de vitaliteit van je stam. Voor vissen met lange levensduur is dit makkelijk haalbaar. Bij een levendbarende met kortere levensduur zou je al vele malen moeten nieuw bloed inbrengen. Ook zouden we zeker moeten zijn dat het nieuwe bloed onze stam niet kapot maakt. Of we nu spreken over een wildvang die moeilijk te verkrijgen is of onze eigen ontwikkelde stam. We zitten dus met een probleem.
Dus nu de gecontroleerde inteelt en tevens selectiekweek.
Deze vorm van kweken is mogelijk met alle vissoorten. Bij de ene soort zal het met zwermkweek zijn en bij de andere met een koppel. Dit houd in dat we ons eerste kweekkoppel aanschaffen. De eerste jongen(altijd F1) worden verdeeld over 2 of meerdere kweeklijnen. Dan kweken we verder tot F7 zonder dat de 2lijnen ook maar 1 keer in contact komen. Dus op dit moment hebben we identieke koppels over 2 lijnen die 7 generaties apart zijn opgekweekt. Dus het uitzicht is identiek maar toch hebben we ander bloed om in te kruisen. Dus we kunnen oneindig doorkweken zonder vitaliteit te verliezen en hebben tevens een manier waardoor onze stam perfect blijft en we nooit vers bloed van buitenaf moeten inbrengen. Bijkomend voordeel is dat we een beter kweekdoel kunnen bereiken.
Schrikkende vissen kunnen we uit onze kweek halen. Slechte eigenschappen als canibalisme, zwakke vissen en andere slechte kwaliteiten werken we weg. Dus na vele kweekjes en volharding krijgen we een steeds gezonde nakweek met een gelijk uitzicht.
Natuurlijk gaat een kweker van levendbarenden er sneller mee te maken hebben dan een Discuskweker. Maar het principe blijft hetzelfde.
Voor velen zal het dus een normale zaak zijn en voor anderen zal het een andere kijk geven op het kweken van vissen.
Links:

Geen opmerkingen:

Een reactie posten