Er bestaat verwarring over het toepassen van een wit- of grijskaart bij digitale fotografie. Kort gezegd komt het hierop neer.
Allereerst dien je twee zaken grondig uit elkaar te halen: belichting en witbalans.
Allereerst dien je twee zaken grondig uit elkaar te halen: belichting en witbalans.
De witkaart bewijst ALLEEN zijn nut bij de witbalans, de grijskaart is te gebruiken bij belichting en witbalans.
Belichting.
Belichting.
De grijskaart dus. Plaats de grijskaart voor je onderwerp, neem hem bijna beeldvullend in je zoeker en meet het licht. Met de ontspanknop, of met AEL of * met de duim. Zet die waarde vast, of stel deze in via M. Kaart weg, kader bepalen en fotograferen maar. Altijd goed belicht! Mits: op de kaart hetzelfde licht valt als op het onderwerp.
Witbalans.
Witbalans.
Twee methoden: op de camera (kan alleen met witkaart) of in de software achteraf (wit- of grijskaart).
Op de camera:
Op de camera:
maak een foto van de witkaart (met hetzelfde opvallende licht als op je onderwerp). Stel vervolgens de witbalans handmatig in (zie de gebruiksaanwijzing van je camera: verschilt per merk/type). Geef aan dat de gefotografeerde witkaart NU de juiste witbalans is.
In de software:
In de software:
fotografeer de wit- of grijskaart een keer mee met je onderwerp. Daarna dezelfde opname(n) zonder die kaart. In de software kun je aangeven dat de bereikte witbalans op de foto met kaart de juiste is: pipetje wit of grijs, aanwijzen en klaar is Kees. Daarna die waarde (witbalans, of graden Kelvin) toepassen in de andere foto’s die je nodig hebt.
Helder?
Helder?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten